Mijn fan stuurde me een berichtje. 'Beste Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., besta jij eigenlijk wel of lezen wij door de computer gegenereerde tekst?'
Ik moest de vraag en de achterliggende twijfel even laten indalen. De entreecamera met zíjn achterliggend moeras van dataverzamelingen en twijfelachtige kruisreferenties herkende mijn gezicht vanmorgen ook al niet, maar daar valt nog omheen te werken via de receptioniste en een prettig leuterverhaal. Als Sophie er zit hoeft dat niet want wij kennen elkaar al veel te goed van de depressiepraatgroep.
Als gevolg van het berichtje ontvouwt zich een wereld van wantrouwen die heel slecht past bij mijn idealen (maar het geweldig doet in de depressiepraatgroep). Ooit was er namelijk nog de hoop van eeuwigdurende verbetering, van de uitroeiing van leed, oorlog en honger en vooruit; ook van ongelukjes op het werk. Simpele idealen die de laatste tijd wat naar de achtergrond worden gedrongen door een twijfel aan alles en iedereen, inclusief de oorsprong van mijn meest persoonlijke ontboezemingen en adviezen.
Dat het beloofde land van de Bijbelse webshop nog even een belofte blijft is jammer. Heel jammer. Wel goed voor de synergie tussen de Bijbelse webshop en de Depressiewinkel, aanbieder van de workshop- en praatgroepvoorzieningen, organisaties die nota bene in hetzelfde bedrijfsverzamelgebouw kantoor houden als De Veiligheidskundige.
Aan de andere kant: het is goed dat er nog enige verbetering mogelijk is. Het is de wortel die aan een stok voor de ezel uit bungelt, de motivator die ervoor zorgt dat de ezel in beweging blijft. Een mooi beeld weer, al zou een brandende mestkar áchter de ezel veel van onze problemen treffender illustreren. De Adviesraad Internationale Vraagstukken doet dan ook krachtige voorstellen voor een herijking van de strategische beleidsoverwegingen inzake het conflict in de Gazastrook, de VN roept dringend op tot een humanitaire pauze in de vijandelijkheden en de veiligheidsconifeer herinnert de werkvloer aan de LMRA bij het werpen van handgranaten:
1. Weet ik hoe de handgranaat werkt? (pin uittrekken, in de juiste richting uitwerpen)
2. Is de werkplek veilig? (let o.a. op struikelrisico's en vluchtwegen)
3. Heb ik instructies/pauze/voldoende slaap/koffie gehad?
4. Werk ik met gecertificeerd materiaal (check best-by date of THT)
5. Heb ik alles gedaan om het risico te verminderen? (voorraadkist handgranaten sluiten)
6. Draag ik de voorgeschreven PBM? (helm, thermisch ondergoed, niet-klevende handschoenen, enz.)
7. Weet ik waar mijn collega's uithangen? (compagnies-bartent, latrines)
8. Doet mijn arm wat ik wil? (tenniselleboog, spasmen, artrose, dwangbewegingen)
9. Is de noodprocedure voorbereid en beschikbaar (verbandtrommel, wie is BHV'er?)
Gelukkig hebben wij op de redactieburelen deskundigen die iets kunnen fijnslijpen aan mijn voorlopige versie, want ik meen enige onvolkomenheden te signaleren. Aan onvolkomenheden geen gebrek. Daar loopt net collega-columnist Speetjens Bc MSc binnen met zijn fietshelm. En dat nog afgezien van de achterliggende oorzaken van vijandelijkheden zoals granaatwerperij waar iedereen de mond vol van heeft maar waar niemand iets aan doet, behalve het krachtig veroordelen. Ik ook niet, wat me tot net zo'n fluim maakt als alle leden van adviescommissies en denktanks die rustig tientallen pagina's vrijblijvende tekst opstellen waar het woord STOP volstaat. En ik ben ook al vijfhonderd woorden op dreef. Een buitengewoon frustrerende omstandigheid die ik graag en met verbluffende effectiviteit afreageer op Speetjens Bc MSc, kort van stof maar groots van gebaar. Hij is een dankbaar slachtoffer achter de DVK-betaalmuur, in mijn dagelijkse praktijk slechts één bureau van mij verwijderd. En anders is er altijd nog de depressiewerkgroep van Sophie. Die vanmorgen niet aan de receptiebalie zat. Hier moet ik u op het bestaan van 113 wijzen, anders treed ik het redactiestatuut met voeten.
Terug naar de substandaardcondities in onze omgeving. Dat de zeven (of 72) maagden nog net niet op de rand van mijn bureau zitten te wachten op mijn definitieve afscheid van het aardse is prima. Het zou mij en collega Speetjens Bc MSc ernstig van ons werk houden. Dat de wereld vergaat proef ik ook nog niet aan de automaatkoffie, die van ouderwetse kantoorkwaliteit is. Speetjens knettert zijn fietsaccu fluitend aan de lader in het kopieerhok (thuis laden kost met zijn 500 Wh ongeveer vijftien eurocent en honderd euro per jaar aan extra premie voor zijn opstalverzekering vanwege zijn rieten dak en hun vragenlijst, bovendien redt hij het elektriciteitsnet door spreiding van het verbruik) en haalt nog een bakje voor zichzelf, in een wegwerpbekertje. Ik besta niet.
In je bestaan ontkend worden is erger dan beschuldiging van laster, jokkebrokkerij of zelfs hersenloosheid, want daarvoor zijn argumenten beschikbaar. En laat het vooral gezegd worden. De ware veiligheidsconifeer is een zelfreinigende pispaal die zich graag overvloedig laat bemesten. Hij beleeft vanuit zijn bepiste enkels een weelderige groene groei door onophoudelijke zeikbestraling en is daarin een voorbeeld voor beleidsmakers, die vooral crisissen en noodwetten willen uitroepen zodra ze ook maar door een minimaal zeikstraaltje lijken te kunnen worden getroffen. Er moet vooral veel worden gedebatteerd over 130 kilometer per uur. Dat is overzichtelijk, beheersbaar en begrijpelijk en houdt de PSA binnen aanvaardbare grenzen.
Het veiligheidsconiferenbestaan sluit naadloos aan bij dat van de columnist (en in zeikstraalperspectief bij dat van de beleidsmaker): het is nooit goed of het deugt niet, maar we doen vrolijk voort.
Mijn fan was, besef ik nu, mijn steun en toeverlaat, tot zij haar twijfels aan mij in haar eenvoudige vraag openbaarde. Besta jij eigenlijk wel? De vraag is een gang naar de bedrijfsarts waard, ware het niet dat ik als zzp'er geen toegang krijg tot bedrijfsartsen, bedrijfspsychologen, vertrouwenspersonen en andere welwillende systeemfunctionarissen waarmee wij op dagelijkse basis omgaan (dat dan weer wel). Mijn fan was mijn alles. Nu zij denkt dat ik niet besta heb ik er een wezenlijk probleem bij.
Aan Speetjens' bestaan twijfelt niemand, want hij geurt en zeurt ons dwars door de muur tegemoet, terwijl mijn bijdragen worden aangezien voor oprispingen van een serversysteem. Mijn diepste zielenroerselen zouden zijn opgehoest door een mechanisme als waren ze klik-aas uit een commerciële kwaakbot dat de aandacht tussen reclames gevangen moet houden.
Als ik vrij van zijnstwijfel en last zou zijn geweest zou ik roepen: 'Prima! Flip is zó slim dat zijn fan hem voor een robot houdt. Bovendien: figuren die er louter zijn om gevolgd te worden kunnen maar beter niet bestaan. Deze doordenker ga ik niet nader uitleggen omdat ik me dan blootstel aan de toorn van de halve wereldbevolking en Speetjens Bc MSc, die zelf zo'n figuur is.
Terwijl ik mijn bestaan heroverweeg hoor ik op de radio een deskundige aanbevelen om ons elektriciteitsnetwerk te laten besturen door een kwantumcomputer omdat normale computers daar binnenkort te traag voor zijn. Gelukkig zijn er dus nog vraagstukken die om een veiligheidskundige geest vragen, hoewel een staakt-het-vuren in Gaza én in Oekraïne iets meer spoed vergen.
113 bellen kan altijd nog.