Gema Musk: “Fine & Kinney is niet heilig”

VK-stokpaard heeft te kampen met een wachtlijst. Dat is een luxeprobleem waar wij ons bij deze voor verontschuldigen bij iedereen die briesend aan de start staat. Gema Musk nomineerde zichzelf met een hartenkreet per e-mail met de pakkende aanhef ‘beste medebestrijder der onveiligheden..!’ Vervolgens (samengevat) ‘Fine & Kinney moet op de schop’. Toe maar. Ze beseft zelf dat het een gedurfde bewering is over een ‘instituut’ uit de jaren zeventig dat geldt als dé wegingsmethodiek waarmee risico’s worden geclassificeerd. Gema zegt het echter niet zomaar.

Biografie

Gema – uitspraak Gemma – Musk (geb 1981) is opgegroeid tussen gietijzer en roestvaststaal. Als vierjarig meisje was ze al gebiologeerd door de klepperende, ratelende en bewegende werktuigen in de machinefabriek van haar grootouders. Daar werden op aanvraag inpakmachines vervaardigd, die vaak lange dagen moesten proefdraaien. Niks mooiers dan een groot apparaat waar je met je vinger een lichtbundeltje kon onderbreken, waarna er een stroom koekjes uitkwam. Dat je heel goed moest opletten waar je je vinger wél en waar je hem niet in moest steken is haar al heel jong bijgebracht. Het verbaasde niemand dat ze mts elektro ging 'doen' (bedrijfsinstallaties én sterkstroominstallaties). Aansluitend volgde ze een hts-opleiding (Water-, Zon- en Windenergietechniek) in Spanje en kon – teruggekeerd in Nederland – aan de slag bij Stork, waar zij op vele grote projecten meeliep, zowel on- als offshore. Daarna werkte ze als technicus bij Nuon en nu als HVK bij De Wilde ingenieursgroep. Van de meet- en regelsystemen en krachtinstallaties heeft ze enige afstand genomen toen ze in 2015 startte met haar opleiding HVK en Process Safety. Daar is ze pas een halfjaar mee klaar, maar ze beoefende het vak al ruim voor het afstuderen. Momenteel is ze gedetacheerd bij Tata Steel in IJmuiden en volgt ze een opleiding in arbeidsrecht en letselschade.  

Gema, je hebt ons nieuwsgierig gemaakt. Wat deugt er niet aan het beroemde risicoclassificatiemodel van Fine & Kinney waar we allemaal zo vertrouwd mee zijn?
Gema: "Voor je me corrigeert: ik weet dat Fine and Kinney eigenlijk Fine, Kinney and Wiruth moet zijn, maar ik bedoel dus de beroemde formule voor het bepalen van de risicoklasse R = Waarschijnlijkheid x Effect x Blootstelling. Die formule is gewoon niet compleet en hij wordt veel te veel verabsoluteerd. Even terug naar mijn bezigheden en achtergrond: in mijn huidige arbeids-habitat kom ik bij vele grote bedrijven over de vloer en heb ik vooral te maken met de 'reeds gebaande paden'. We doen iets op een bepaalde manier omdat het zo ooit is bedacht, het is procedure. Wijzigingen zijn wél mogelijk, maar daarvoor moet ik tevoren een zorgvuldige strategie bedenken om die 'veranderingsstrijd' aan te gaan met de garde die het ooit heeft bedacht. Doe ik dat niet, dan word ik genadeloos neergesabeld met allerlei feiten en ervaringen uit de historie van het bedrijfsleven, vervolgens platgewalst door een tank van de wij-hebben-het-altijd-al-zo-gedaan-en-daar-is-niets-mis-mee-brigade en sterft mijn goedbedoelde kritiek of idee een eenzame dood… In die wat starre achtergrond is ook Fine & Kinney ingebed. Ik gooi als bladgroene HVK dus vuurwerk in een kippenhok als ik het maar ter discussie durf te stellen."

Dat geloof ik graag, maar doe het toch maar. Een beetje vuurwerk kan erg verfrissend zijn. Wat ontbreekt er aan Fine & Kinney?
Gema: "Waarom zou een risico(getal) alleen afhankelijk zijn van waarschijnlijkheid, blootstelling en effect? Waarom blijven persoonlijke factoren zoals wel of geen ervaring met het werk en bijvoorbeeld werkdruk buiten beschouwing? Het zou mijns inziens R = W x E x B x .. x .. moeten zijn, want wat we met de mathematische schijnnauwkeurigheid van F&K over het hoofd zien is dat het voor het uiteindelijke risico ook nogal uitmaakt of een taak onder tijdsdruk moet worden uitgevoerd en met wat voor stress een werknemer thuis te maken heeft. En er is nog meer te bedenken. Het is de taak van de veiligheidskundige om ook die factoren te wegen."

Taak- of procesgebonden factoren zijn ook lastig in te schatten: je gaat in je TRA of RI&E uit van ‘bekende’ en genormaliseerde deeltaken, terwijl er in werkelijkheid nogal wat wordt geïmproviseerd.
Gema: "Inderdaad. Ik heb veel te maken met het inregelen van nieuwe of omgebouwde productielijnen. Op een project waar bijvoorbeeld meer dan twintig monteurs door elkaar lopen met allemaal afwijkende, nieuwe of eenmalige taken kan ik bijvoorbeeld niet aan iedereen persoonlijk navragen of hij/zij zijn werk wel begrijpt en ervaring heeft. Ik moet uitgaan van de simpele aanname dat 'we alleen met vakbekwaam personeel werken' (en kennelijk nooit met nieuw personeel). En dat ze vooraf is verteld wat ze moeten doen en wat de risico's zijn. Met een klein ploegje mensen gaat dat nog, maar ik heb als projectleidster ervaren dat dit met vijftig of zestig man onmogelijk te realiseren is. Er komt vaak ook nog een aantal bij een uitzendbureau vandaan. Die mensen hebben de fabriek nog nooit gezien, laat staan dat ze de installatie kennen."

Toch moet je op een of andere manier zorgen dat het veilig blijft. Hoe doe je dat dan?
Gema: "Om te beginnen wil ik dat die machinelijn alleen toegankelijk is voor de mensen die er een taak te verrichten hebben. Geen stagiaires of 'geïnteresseerde operators'. Zodra er 'prik' op de installatie komt en we gaan testen, is het verboden gebied voor iedereen die er niets te zoeken heeft. Pas bij vrijgave mogen de andere medewerkers de installatie bewonderen. Tijdens de commissioningfase staat er dus een hek eromheen en zijn er alleen mensen aanwezig met een duidelijke taak, die mij ook bekend is. Communicatie is cruciaal, stap voor stap gaan we door elke fase heen en wordt elke handeling besproken. Ik ben er bovendien zoveel mogelijk bij en ben niet te beroerd om het werk stil te leggen als ik denk dat er onvoorziene risico's optreden of risico's die ik niet kan overzien."

Dat vergt kennis van het proces. Bij jou.
Gema: "Daarom ben ik heel blij met mijn technische opleiding en ervaring. Je moet snappen wat mensen doen, of het nu elektrisch, mechanisch, hydraulisch of pneumatisch is. Je kunt wel mooi vooraf TRA'tjes maken, maar de eerste kanttekening is dat je dat doet op een moment dat er nog geen tijdsdruk is. Die is er wel wanneer het werk in uitvoering is en de planning niet blijkt te kloppen. Dan stijgt de werkdruk enorm, en dat was niet meegewogen. Ik kan je uit ervaring vertellen dat werkdruk dodelijke gevolgen kan hebben."

Het beschikken over praktische kennis van het werk is wel een valkuil: voor je het weet ben je mee aan het sleutelen en verlies je je rol als veiligheidskundige uit het oog.
Gema: "Inderdaad, en het is mij ook wel eens overkomen dat ik me heb laten meeslepen. Er was een aantal jaren terug een elektrische bovenloopkraan die 'raar deed' en af en toe uit zichzelf in beweging kwam. Ik dacht direct aan EMC: inductieverschijnselen in de besturingscircuits. Het was een oude gelijkstroomkraan met van die lekkere vonkende koolborstels. Bouwjaar '58, maar wel voorzien van wat modernere meet- en regelcircuits en beveiligingen. Gebruik was in die omstandigheden onverantwoord, maar dat ding was hard nodig, anders moest de fabriek stilgelegd. Ik kon het niet laten om zelf de flux en de multimeter te pakken en het probleem te reproduceren. We (de elektromonteur en ik) hadden het samen binnen twee uur gevonden. Het bleek gewoon een stuurspanning te zijn die 'op het randje' hing, gewoon foute engineering. Als je verstand hebt van I/O en machinebesturing is dat heel handig. Maar inderdaad, ik moet regelmatig weerstand bieden aan de verleiding. Alles wat ratelt, stinkt, rook uitbraakt en beweegt vind ik heel erg leuk, maar ik heb wél de taak om op de veiligheid te letten."

Waarom ben je dan toch de veiligheid in gegaan?
Gema: "Dat heeft te maken met een ernstig arbeidsongeval dat ik in mijn tijd als sterkstroomtechnicus heb meegemaakt. Ook al een geval van hoge werkdruk en te weinig gekwalificeerd personeel beschikbaar.  We werkten aan een Coq 6 KV-installatie waarin een 'pen moest worden gezet' (elektrische schakelhandeling verricht in een railmatrix in een bak olie) om een verbinding tot stand te brengen. Daarbij wordt een ongeveer tweeduims dikke koperen pen in de juiste gat neergelaten in de bak. Daar zijn twee typen pennen voor, de korte die verbindingen tot stand brengen tussen aankomende fasen en afgaande geleiders, en lange pennen die helemaal doorlopen tot de aardgeleiders op de bodem van de bak. De deskundige en gekwalificeerde medewerker was op vakantie, zijn vervanger ziek en daarom werd het gedaan door een medewerker in opleiding. Zes kilovolt en een vermogen van megawatts. Een heel oude installatie. Die jongen had per ongeluk een lange pen en maakte een aardsluiting. Hij heeft het overleefd, maar hij en verschillende andere mensen hebben wel op de intensive care gelegen. Ik kwam op het moment van de vlamboog – of meer de explosie – net de hal binnen en kwam weer bij in het gras buiten, achterover geworpen door de drukgolf. Dat was een heel indringende ervaring, en helaas ook niet mijn eerste, want er gebeurt nog wel eens wat in de hoogspanning, maar het was letterlijk het duwtje dat me – na wat slapeloze nachten – deed besluiten om verder te gaan in de veiligheid."

Heel heftig. Terug naar de risico’,s als het mag. Waar schuilen in de industriële omgeving de grootste gevaren?
Gema: "Dat is denk ik bij de reparaties onder tijdsdruk. De boel moet weer draaien. Bij het storingszoeken ben je geneigd dingen te doen waar geen TRA voor is. De storingsmonteur wil kunnen zien welk onderdeel het niet (goed) doet. Dat betekent dat je een machine of installatiedeel niet geheel (veilig en diep) kunt afschakelen. Anders valt er weinig te meten. Als je een relais-tje vastzet om een fout te simuleren, moet je heel goed bedenken wat de gevolgen kunnen zijn. Het kan dan zomaar zijn dat een (nood)stop dan niet meer werkt of dat er iets in beweging komt waardoor je collega of jijzelf gevaar lopen. Ik ga er ook nooit van uit dat een machine of productielijn intrinsiek veilig is ontworpen - 'hufter- of foolproof' is. En ook niet dat een schema klopt; tekeningen zijn vaak niet as-built want er wordt wel eens wat geknutseld en met potlood op het schema aangepast. Of niet."

Krijg het allemaal maar eens in Fine & Kinney…
Gema: "Als er betere methoden zijn, dan hoop ik daar graag over van gedachten te wisselen, iets wat we toch meer moeten doen. Voorlopig werkt mijn inloopspreekuur in mijn werksituatie beter dan de rekenmodellen: van zeven tot acht uur 's ochtends bespreek ik de 'dagdagelijkse' zaken met alle uitvoerenden. Ik hoor de mannen dan ook wel 'ns mopperen dat er voor een of ander project weer iets nieuws is bedacht. Mét nieuwe risico's voor de uitvoerenden. Ik ben er dan als de kippen bij om die risico's te bespreken met de collega's op de vloer, of met de leidinggevenden die de nieuwe werkwijze hebben bedacht. De werkvloer is toch de plek waar ik het liefst ben. Lekker bezig met praktische zaken. Zolang ik dat leuk vind, is het helemaal niet erg dat ik van zeven tot zes bezig ben."

Zie ook Fine & Kinney-methode
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.