Skip to main content

Flip neemt beperkt waar

| Flip de Reede | Flip

In de vorige nieuwsbrief zadelde columnist Flip u op met een opdracht. Hij vroeg u om op uw werkvloer het gesprek aan te gaan met wie zich onbegrepen voelt. Wat Flip na een kort therapeutisch gesprek met Lonneke en een kletsende draai om zijn oren duidelijk werd is dat hij eigenlijk zélf degene is die zich onbegrepen voelt. Nu raaskalt hij weer als vanouds. Vanonder een gouden helm waar niemand van weet waar die vandaan komt.

Een hoogzichtbare Flip kwantificeert zijn welzijn

Vanwege het naderend carnaval heb ik een nieuwe veiligheidsmuts. Een loodzwaar goudkleurig ding, met een CE-markering die ik er zelf op heb moeten plakken en verder een en al deuken rondom. Voor de kenner niet echt EN 397 en tamelijk ongeschikt voor vallende stelconplaten of steigerklemmen, maar dat zijn de prinsensteken en de narrenkappen waar de collegae zich straks weer mee uitrusten ook niet. Verder is het oppassen met laaghangende hoogspanningskabels.

Carnavalsvereniging De volle teug (die ik telkens weer bedank voor een lidmaatschap) is met spoed op zoek naar een vertrouwenspersoon. Functie-eis: de m/x/v moet een geheelonthouder zijn met affiniteit voor het carnaval. Tweede eis: hij/hon/zij moet beschik- en bereikbaar zijn van 1 tot en met 5 maart vanaf 10 uur 's ochtends. Het loopt nog geen storm bij de Raad van elf.

Wayne Kromstronk (toevallig het twaalfde wiel aan de raad van elf), de nieuwe Health & Safety Executive die ik momenteel vervang heeft zich ziekgemeld bij Lonneke. Ernstig ja; en het duurt minstens tot en met 5 maart. Tijdens de koffie in de lasserij hoorde ik dat hij de praalwagens van CV de dolle zeug (ze horen daar slecht) had afgekeurd met enkele dringende constructieve adviespunten. Dat verklaart ook dat ik Diesel Tinus met een paar lengtes HEA 200 op een karretje tegenkwam, terwijl dokter Pekerjaan hem heeft vrijgesteld van tilwerk. Kennelijk met carnavalsontheffing, maar de gezondheidsdossiers blijven apocriefe boeken*. In elk geval tot het eerste privacylek. Zéker voor de invalveiligheidsconifeer zonder gerechtvaardigd belang. Al ben ik met pensioen, ik loop dus wel rondjes via de Scheurwaterallee, over het Scheurperron en door de Scheurkantine. (Het is Sjef Scheurwater nog niet gelukt de Industrieweg omgedoopt te krijgen, maar de Rotary doet zijn stinkende best.) Lekker met mijn gouden helm, een fijn hoogzichtbaar geval maar ongenadig onhandig bij het telefoneren. Gelukkig sta ik geen hele dagen op de steigers te bellen of te appen; daar hebben we de minder onpraktisch opgeleide collega's voor. Ik waag het niet meer om iets van te zeggen van hun telefoongedrag, want de gesprekjes en appjes zijn altijd zakelijk en uiteraard spoedeisend.

* Letterlijk betekent 'apocrief' zoiets als 'weggestopt' en 'geheim gehouden'. De term wordt meestal gebruikt voor niet-geopenbaarde delen van de bijbel, red.

Behalve een fijn excuus om onbereikbaar te zijn is mijn blinghelm een must-have in de fabriek. Daar lopen dan ook types die wel iets hebben met gouden kettingen en ijzeren pennen op gevoelige plaatsen in hun lichaam. Ongemakkelijke plaatsen heb ik ook voldoende, maar ik hoef daar niet nog enkele handicaps aan toe te voegen. Ik moet ook voortdurend de neiging onderdrukken om aan de geperforeerden uit te leggen waarom tepelpiercings met een ketting ertussen niet handig zijn aan de draaibank.

Ja, de Deadman's Devils en de Exhausted Outlaws zitten graag uit geloofsovertuigingen met bloot hijsgerei op hun brommer, maar die doen niet aan VCA. En ook niet aan helmen. Maar ze houden in de bocht wel afstand van gemeentelijke prikstruiken.

Als de vorst en de pekel eindelijk eens willen wijken dan komen de oliesproeiers weer tevoorschijn om de ecologische evenwichten op het dorpsplein uit te dagen. Vól op de choke donuts draaien op de kinderspeelplaats. Daar hoeft de plantsoenendienst met de gifspuit niet meer langs. Ik hoop dat de brommers het aankunnen na het winterdieet van hun eigenaar. Met ieder weekend bier en spare ribs van de vetsprinter hebben de spaken het zwaar. En als zo'n ijzerwinkel van zijn brommer schiet dan zijn de overwerkte zorgprofessionals eerst een tijdje met de betonschaar in de weer.
Met alle bijkomende risico's. Het schijnt dat er laatst ook een Outlaw heeft moeten overnachten in de MRI-scanner, want ze hadden een rvs anusdoodshoofd over het hoofd gezien. En natuurlijk was er geen passend noodplan.

Mijn gouden helm scoort plus twaalf op de schaal van De Reede. Dat ik geen tepelpiercings heb min zes, want de schaal van De Reede is geijkt in de fabriek. Dat betekent dat ik slechts zes in de plus sta, ondanks dat de koffie in de vroegedienst-thermoskan niet van eergisteren was, maar van gisteren. Met wat extra tjokvolle melk – waar ik niet allergisch voor ben dankzij levenslang zorgvuldig opgebouwde blootstelling – rest er getotaliseerd en afgerondeerd met Lonnekes vriendelijk 'goedemorgen' nog steeds een persoonlijke plus zeven. De schaal van De Reede is namelijk cumulatief. Alles telt op en trekt af waar je bij staat. Net als op onze werkvloeren en in het faciliterende randgebeuren dat eromheen woekert. Ik bedoel het pbm-vrije resort voor de onpraktisch geschoolden met een lease-Skoda. En Scheurwater zelf, als die niet net weer ergens een casino zit op te kopen of een ambtenaar dichtsmeert.

Als ik met mijn glimmende Toetanchamon-sinterklaasmijter vanuit de aanleunvertrekken kom aanschrijden dan vallen de discipelen in stille aanbidding op de knieën. Bijna dan. Tweeëntwintig pluspunten extra als Lonneke ook op de knieën gaat, maar dat is nog niet gebeurd in de paar weken dat ik nu met pijn in mijn nek loop te shinen (minus 1 voor de ergonomie van de gouden muts, reeds ingecalculeerd in het plus-twaalf intersituationeel subtotaal van het betreffende arbeidsmiddel). De laatste tijd ben ik vooral mijn zegeningen aan het tellen. Het kwantificeren van mijn plezier en de bijbehorende calculatie van persoonlijke kenmerken, materiële zaken en externe invloeden houdt mij af van diepe zorg. Zorg over mijn werkelijke waarde binnen het proces, om over de waarde van het proces an sich nog maar te zwijgen. Ware professionals beschikken over de vaardigheid om zich geheel te verliezen in hun eigen deelproces en daarin geweldig te excelleren. Dat doe ik ook, alleen is mijn deelproces erg klein; zo klein dat het nauwelijks opvalt als het ontbreekt. Vandaar mijn gouden helm; daar past het wel zo'n beetje in. Dat kwantificeren eromheen is de rekenkundige verschijningsvorm van een persoonlijkwelzijnsdefect. Zeer aan te raden, maar wie met een natte vinger in de wieg is gelegd mag het best wat gevoelsmatiger benaderen. Als het maar werkt.

Overwegende het bovenstaande bevind ik mij toch een beetje in een functionele conflictstatus. Ik wil de ander niet meer voorschrijven hoe hij of zij leven moet voor ik er zelf uit ben. Als die ander met een ketting tussen de tepelpiercings rond wenst te rennen dan is dat geheel zijn (of haar) eigen keuze, ongeacht de arbobeleidsvoornemens en goedbedoelde maar niet-bindende Europese richtsnoeren. In breder verband wordt al pijnlijk duidelijk hoeveel gewicht onze zorgvuldig uit-onderhandelde wetgevingsbasisafspraakconceptbeginselen op de internationale weegschaal brengen. Gelukkig kun je er niet in beleggen. Doe mij dus maar een gouden helm.

De veiligheidsconifeer ad interim signaleert, calculeert en negeert, net hoe het uitkomt in het kader van zijn voortbestaan en de eventuele kerstgratificatie. Dat die nog ver weg is betekent een sterk negatieve correctiefactor in mijn nu toch al extreem afgenomen handelingsbereidheid. Veiligheidsconiferen zijn beschouwelijk aangelegd en mijn onwaarschijnlijk lange loopbaan heeft me al veel afgeleerd. Goed en fout onderscheiden op grond van wetenschappelijk inzicht is sterk uit de mode, zo houden gerespecteerde denkers ons steeds vaker voor. Het vreemde is dat de wanhoop nergens toeslaat, zelfs niet bij mij als ik mijn gouden helm op zet, als was het de gele denkhoed van De Bono (zie ook Denkhoeden van De Bono in het VeiligheidsABC). Ik ga dus constructief calculerend door het leven, reken vooral aan mijn eigen welzijn en merk dat dat mij zeer goed bevalt. Ik grijp alleen nog op zeer korte termijn in als ergens het welzijn van een ander of dat van mij acuut in gevaar komt, bijvoorbeeld als er iets bezig is af te breken of in te storten, anders dan de economie of de wereldvrede, want daar brand ik mijn vingers niet aan. Ook niet aan de broek van Lonneke op de dagen dat er geen klanten over de vloer zijn, hoeveel verder die ook moge uitscheuren. Van de zomer, voor mijn pensioen, heb ik nog een teek gemaand zich terug te trekken van Lonnekes been, maar zelfs die teek lachte mij hartelijk uit. In mijn beleving was dat mijn laatste poging om nog iets van daadkracht ten toon te spreiden. En nu schrijd ik voort, in milde contemplatie onder mijn hoogzichtbare helm. Op naar de plus acht, mijn persoonlijke doel. Fijne dag!

Premium partners