Skip to main content

Certificaat of heksenproef?

| Flip de Reede | Flip

Stel je voor, je doet havo-examen in het vak Engels te Harderwijk en de stapel papier waarop jij en je medescholieren jullie gedachten in een vreemde taal met de ballpoint hebben neergesmeerd raakt zoek, nog voordat de tweede nakijkronde plaatsvindt. Papier dus. In 2025. Dat u het even op u laat inwerken. Verstuurd via de fysieke post en niet tevoren even met de smartphone gefotografeerd. Want die mag niet mee bij het examen, denk ik dan. Of mag alleen worden ingezet voor het verzenden van dicpics en/of examenuitslagen. Dat dan weer wel.

Ik ben van de papieren generatie en heb al meer zoekgemaakt dan me lief is, soms voor de eeuwigheid. Naast mijn papieren moeten er ook sleutelbossen, sokken, buigijzers, koffiemokken en zelfs brillen zijn verdampt nadat ik ze op een volkomen logische plaats had neergelegd. De logische plaats was vaak de enige plaats die nog plaats bood, (LMRA bij tilwerk: is er plaats?) en daarna is het vooral zaak om niet tot verplaatsing over te gaan, want dan is het eind zoek en mijn geheugen ontoereikend. Bewaardrift werkt uitermate contraproductief, maar het draagt enorm bij aan de gezelligheid. Gezelligheid is een factor die in ons vakgebied zwaar wordt miskend. Om te voorkomen dat het met mijn betoog dezelfde kant op gaat als met het examen Engels bewaar ik die overweging voor een volgende keer. Wat ik waarschijnlijk ook weer vergeet, maar dat geeft niks.

Ook mijn diploma's zijn niet veilig gebleken voor mijn bewaardrift. Het is dus niet zo dat ik er onachtzaam mee omspring, maar dat de achtzaamheid voor – volgens gretige beoordelaars aan de zijlijn van mijn bestaan – onbelangrijke rotzooi het neveneffect heeft dat de wél belangrijke zaken ondersneeuwen. Heel lang heb ik gedacht dat het archiveren een overbodige vaardigheid was, iets voor ambtenaren, vooral toen de computer eenmaal zijn intrede had gedaan. Hoe een mens zich kan vergissen.

In mijn eigen beleving is de tijdelijke onvindbaarheid van onder andere kentekenbewijzen, inentingscertificaten, paspoorten, schooldiploma's, hoogwerkerpasjes, BHV-diploma's en bewijzen van allerhande wenselijk gedrag of noodzakelijk geachte competentie volkomen logisch: ik heb ze opgeborgen. En opbergen krijgt in mijn magazijnen een spatie (en dat terwijl daar eigenlijk geen ruimte voor is). Op bergen. Daarom is het begrijpelijk en excusabel dat er soms – noem maar iets – een schooldiploma niet kan worden getoond. Vraag me gewoon naar de hoofdstad van Birma en ik antwoord zónder Google 'Rangoon', wat meteen de waarde van ons onderwijs illustreert.

Vreemd genoeg hebben onze maatschappij en vooral onze beroepsgroep en de structuren waarbinnen wij gedijen juist grote behoefte aan aantoonbaarheid, maar is dat tegelijk georganiseerd met een knulligheid waar de honden geen brood van lusten. Compleet nutteloze gegevens zijn zó slordig, meervoudig en openbaar opgeslagen dat de opmerkzame computercrimineel zich bijna verplicht voelt er fraude mee te plegen. De gelegenheid maakt de dief (dacht ook Ruftus de redactiekater bij het zien van de veel te dik belegde bammetjes van Speetjens MSc. enz.).

Wél gewenste gegevens blijken daarentegen nergens te zijn vastgelegd. Ik heb drie keurig gekalligrafeerde zwemdiploma's en een medaille van het schoolzwemmen teruggevonden, maar weet vrij zeker dat geen enkele organisatie in staat is de echtheid ervan te bevestigen, want de Nationale Raad Zwemveiligheid – een met het oog op de zeespiegelstijging onmisbaar instituut – bedacht pas in 2006 (zo'n drie millennia na Alexandrië) dat een Excelletje misschien wel handig was. Of een kaartenbak. Welnu, gooi mij maar in het Winschoterdiep als je wilt weten of ik heb leren zwemmen. Daar ligt de Autoriteit Persoonsgegevens in elk geval niet wakker van.

Het door mij kennelijk nogal rigoureus gearchiveerde diploma (van een toch zeer tijdrovende technische opleiding) is ergens in de jaren '70 afgegeven op papier; in enkelvoud, niet verduurzaamd met cellofaanlaminaat en ook niet in duplicaat in een kluis of zelfs maar in een hangmap, paternosterkast of bananendoos bewaard. Ook ligt het niet meer onder het bureau van de decaan van het instituut dat ooit plechtig verklaarde dat Flip de Reede heeft bewezen te voldoen aan de minimumeisen die er destijds werden gesteld aan een bepaald type vakmens. Dat die achterhaalde kwalificaties met betrekking tot elektromechanische rekenmachines en de werking van telex- en facsimile-communicatieapparatuur nu helemaal niets meer waard zijn doet er niet toe; het gaat om het certificaat. De school waar ik met veel poeha een diploma in ontvangst mocht komen nemen bestaat niet meer. Het gebouw viel al uiteen toen ik er nog schoolging en is uiteindelijk vervangen door een markthal. Docenten zijn inmiddels morsdood, gierend dement of gewoon gek geworden en klasgenoten herinneren zich van alles behalve Flip, laat staan of Flip ooit een diploma heeft behaald. Nou, dat is wederzijds. Het Winschoterdiep helpt hier niet; wij behoeven een andere heksenproef.

Persoonscertificaten worden opgesteld door gekwalificeerde toetsers verbonden aan (ooit) hoog aangeschreven instituten die op hun beurt weer erkend zijn door nóg hoger aangeschreven instituten die in het gareel werden gedwongen door inmiddels vervallen wetgeving. Ik verwacht van de gekwalificeerde verstrekker minstens een levenslange vastlegging; chronologisch, alfabetisch, desnoods numeriek op ponsband, steekkaarten of levensloop- en Ruftusbestendige kleitabletten. Sinds er in Ninive en Alexandrië vrij succesvol is ge-trial-and-errort met bibliotheken moet er toch iemand zijn die zich herinnert hoe je een document bewaart. Kennelijk niet. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) geeft graag een 'verklaring afgelegd examen' af, maar registreert pas sinds 1990. Dat is toch mooi zestien jaar vóór de club van badmeesters NRZ, maar ja, die hebben er niet voor doorgeleerd. En voor mij is dat dus een decennium te laat.

Daarom weiger ik de gebruiker van de hoogwerker te vragen zijn pasje te tonen. Van mij mag het zijn zoekgeraakt, uitgeleend, per ongeluk ingeslikt door de pinautomaat of verloren gegaan bij het openflipperen van de PBM-kast. Ik acht dat allemaal aannemelijk. Als de betreffende professional rond de machine loopt, brandstof en olie peilt, de noodstop zelfstandig ontgrendelt, de bediening van de onderwagen resoluut naar de personenbak omschakelt en de steen van het veiligheidspedaal verwijdert vind ik het prima. Het zal niemand verbazen dat ik ook die vijfentwintig leerlingen die vóór het zoekraken van hun examen in de ogen van hun eigen docent geslaagd waren het voordeel van de twijfel gun. Want zonder vertrouwen wens ik niet deel te nemen aan het arbeidsproces. En wie mijn diploma's betwist verzint maar een heksenproef.

Premium partners