V&G Beïnvloeding bouwproces
- De wet, een toelichting voor de bouwsector
- Inleiding
- Doel van bouwprocesbepalingen, verantwoordelijkheden en taken op hoofdlijnen
- Definitie opdrachtgever
- Coördinator rol en verantwoording
- V&G Plan doel en functie
- Dossier doel en functie
- Ontwerpfase
- Overgang van ontwerp naar uitvoering
- Contractvormen / procesvorm
- Definitie werkgever Arbowet
- Werkgeversverantwoording
- Het besluit bouwwerken leefomgeving
- Een voorbeeld; platte daken.
- V&G Interventies naar actor
- Schematische weergave van acties en actoren.
De wet, een toelichting voor de bouwsector
Inleiding
In de Arbowet en het Arbobesluit wordt een heldere structuur neergelegd waarmee verantwoordelijkheden en bevoegdheden kunnen worden weggelegd.
Dat er vaak onduidelijkheid is over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zou kunnen worden veroorzaakt omdat in de wet uitgegaan wordt van rollen in het proces. Rollen kunnen door meerdere functionarissen bij verschillende partijen worden vervuld. In de praktijk wordt een taak toebedeeld aan een organisatie en een persoon. Hierdoor ontstaat gemakkelijk een situatie waarbij buiten mandaten zou moeten worden gewerkt. Hierdoor zullen taken niet of onvolledig worden uitgevoerd.
Doel van bouwprocesbepalingen, verantwoordelijkheden en taken op hoofdlijnen
Arbobesluit art. 1.1.2
Arbobesluit afdeling 5 Bouwproces art 2.23 e.v.
Het doel van de bouwprocesbepalingen is partijen verantwoordelijkheid te geven voor de interventiemogelijkheden die men heeft. Die verantwoordelijkheid overstijgt daarmee de fase van directe betrokkenheid in het proces. De verantwoording heeft betrekking op het uitoefenen van invloed op veiligheid en gezondheid tijdens de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop. Is er een mogelijkheid om V&G te beïnvloeden dan dient deze invloed gebruikt te worden. Het niet (bewust of onbewust) gebruiken van de invloed is een keus en maakt verantwoordelijkheid voor de consequenties van die keus.
In het proces zijn rollen te definiëren. Meerdere rollen kunnen door één partij worden vervuld. Eén rol kan ook door meerder partijen worden vervuld. Bij het lezen en beschouwen van de wet en de bouwprocesbepalingen dient dit voortdurende voorop te staan. De rollen die in dit document besproken worden zijn onder andere die van opdrachtgever, ontwerper, coördinator ontwerpfase, coördinator uitvoeringsfase, de uitvoerende partij, de aannemer (bouwer, realisator), de gebruiker.
Het Arbo besluit geldt voor iedereen en de bouwprocesbepalingen in het Arbo besluit gelden voor elk bouwkundig werk, van initiatief tot sloop. De wettelijk verplichte activiteiten zijn afhankelijk van de omvang van het werk in mandagen, de mate waarin er gevaren aanwezig kunnen en, of er meer dan één werkgever betrokken is bij de realisatie.
Het ontwerpen, met als doel zo min mogelijk gevaren veroorzaken bij de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop is altijd verplicht.
Om te kunnen bepalen welke overige activiteiten verplicht zijn is het noodzakelijk een RI&E van het werk te maken te weten wat de verwachte totale mandagen van de realisatie zijn en een beoordeling te maken van het aantal werkgevers betrokken bij de realisatie. Dit geldt ook voor onderhoudswerkzaamheden.
Voorbeeld: een opdrachtgever is verantwoordelijk voor het inschakelen van een kundig ontwerpteam en daarmee voor de kwaliteit van het werk van het ontwerpteam.
Als in de realisatiefase blijkt dat gevelpanelen naar beneden vallen omdat de detaillering van de bevestiging niet solide genoeg blijkt te zijn dan is dat het probleem van de opdrachtgever. (zie Fase overgang )
Voorbeeld: Als in de gebruiksfase blijkt dat verkeerde keuzes gemaakt zijn waardoor een ongezond leefklimaat in een gebouw ontstaat is hem dat aan te rekenen en niet alleen de werkgever dien zijn medewerkers in het pand laat werken.
De arbowet en het Arbo besluit regelen de arbeidsomstandigheden tussen werkgever en werknemer. Beiden hebben een taak, de werkgever neemt initiatieven, de werknemer volgt en geeft gevraagd en ongevraagd adviezen. De wetgever stelt geen prestatie-eisen. Prestatie-eisen volgen uit ‘de stand der wetenschap’ en de afspraken tussen werkgevers en werknemers (vastgelegd in de arbocatalogi).
De arbowet en het Arbo besluit hebben het doel om een inspanningsverplichting vast te leggen (raamwet). Dit moet leiden tot een niet aflatende inspanning om het werk veiliger en gezonder te laten plaats vinden. Dit maakt handhaving op prestaties nagenoeg onmogelijk. Het is om die reden dat resultaten van analyses en verbeteringen moeten worden vastgelegd. Hiermee wordt de inspanningsverplichting tastbaar en toetsbaar gemaakt. De wet is gebaseerd op vertrouwen en het afleggen van verantwoording achteraf indien er twijfels zijn over het niet realiseren van de inspanningsverplichting.
Definitie opdrachtgever
Arbobesluit art. 1.1.2
De opdrachtgever is een rol (de partij) die behoefte heeft aan een stedelijke ontwikkeling, een object of infrastructuur. Onder zijn verantwoording wordt een proces gestart. Hij hoeft niet direct de financier of gebruiker te zijn. Uiteraard is ook de rechtspersoon die direct een project financiert en laat uitvoeren een opdrachtgever. Een realiserende partij, die werkzaamheden uitbesteedt of op ander wijze door anderen laat uitvoeren wordt hier niet bedoeld.
Ingeval de opdrachtgever niet vanuit de hoofde van bedrijfsvoering een behoefte heeft aan een bouwkundig object of ‘construct’ gaan zijn wettelijke verantwoordelijkheden en taken over naar de ontwerpende partij. Voorbeeld is een ontwikkelaar die een pand laat ontwikkelen, dat huurt van het ontwerpend en bouwend consortium en doorverhuurt aan één of meerdere gebruikers.
Voorbeeld is een ontwikkelend aannemer die woningen laat ontwerpen, bouwt en voor of tijdens de bouw verkoopt aan gebruikers.
Coördinator rol en verantwoording
Art 2.29, 2.30
Het doel van de coördinator is de betrokken partijen actief te laten analyseren wat de consequenties van hun inbreng is op V&G in de realisatie-, de gebruiks-, de onderhouds-, en de sloopfase. Dit geldt gedurende het ontwerpproces voor de coördinator en ook gedurende het uitvoeringsproces voor de coördinator. Deze verschillende analyses moeten onder zijn verantwoordelijkheid worden samengevoegd en de interactie tussen de verschillende analyses moet worden beoordeeld op V&G. De coördinator dient de partijen aan te zetten tot het wegnemen van de gevaren en, als dat niet mogelijk is, tot het reduceren van het risico. Hij is verantwoordelijk voor het toetsen van het resultaat en het bijsturen indien het resultaat de acceptatiegrenzen overschrijdt.
De coördinator zal regelmatig de verschillende partijen tijdens een coördinatieoverleg ‘dwingen’ om gevaren weg te nemen, risico’s te reduceren en om de analyses te bespreken met de overige partners.
Een voorbeeld van het acteren van de coördinator is het bezoeken van de ontwerpende partijen tijdens het ontwerpproces en het bevragen op de V&G aspecten of en op welke wijze die meegewogen zijn bij het maken van beslissingen leidend tot ontwerpkeuzen. Bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van dakrandbeveiliging of zeembalkons.
V&G Plan doel en functie
Art. 2.28
Het V&G plan is niet meer dan een vastlegging en overdacht document. Het moet het ontwerp- en uitvoeringsproces ondersteunen. Het V&G Plan wordt voortdurend bijgewerkt aan de jongste ontwikkelingen, analyses en inzichten. Het bevat onder andere de gevaren met de bijbehorende maatregelen en de partijen die de maatregelen moeten nemen, onderhouden en controleren. Het V&G Plan is dus geen eindproduct maar een management ondersteunend werkdocument. Het moet aanwezig zijn indien een melding verplicht is. Om te kunnen bepalen of een melding verplicht is dient eerst een analyse van gevaren en risico’s en maatregelen te zijn gemaakt. Dit is te zien als de kern van een V&G Plan.
Het V&G Plan wordt onder directe verantwoording van de coördinator opgesteld en is in feite het tastbare (tussen)resultaat van zijn inspanningen. Een V&G plan met slechts enkele gevaren is het bewijs dat het ontwerpteam onder begeleiding van de coördinator geslaagd is in zijn opdracht.
Dossier doel en functie
Art. 2.30.c, 2.31.e
Het dossier is te vergelijken met de handleiding van een gebruiksproduct. Hierin wordt het voorzienbaar onderhoud beschreven met de gevaren en benodigde maatregelen. Ook de toegepaste materialen en V&G voorzieningen ten behoeven van gebruik, onderhoud en sloop worden opgenomen.
Een voorbeeld is de aanwezigheid en positie van ondergrondse leidingen en kabels langs infrastructuur. Een ander voorbeeld is de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de niet geroerde grond rond het object. Ook niet zichtbare of direct zichtbare voorzieningen ten behoeve van het onderhoud worden zo exact mogelijk beschreven. Bijvoorbeeld weggewerkte ankers voor later aan te brengen klimvoorzieningen of steigers.
Ontwerpfase
Wet 2.23
De ontwerpfase is, samen met de initiatief fase de periode in de levenscyclus waar de opdrachtgever de volle verantwoordelijkheid voor draagt. De ontwerpfase is de periode waarin bestudeerd wordt of de behoefte realiseerbaar is, op welke wijze de realisatie plaats kan vinden. Deze ontwerpfase eindigt zodra het bouwwerk materieel tot stand wordt gebracht. Dit impliceert dat strikt genomen ook de werkvoorbereiding onderdeel is van het ontwerpproces en onder verantwoording van de opdrachtgever plaats vindt. Voor zover dit de techniek en uitwerking van het ontwerp betreft is dit een realistische opdeling.
Bijvoorbeeld het uitwerken van de prefabbeton elementen tot productietekeningen met hijsvoorzieningen valt onder het uitwerken van het ontwerp en onder de verantwoording van de opdrachtgever.
Het voorbereiden van het productieproces en de tijdelijke voorzieningen ten behoeve van het productieproces kunnen om praktische reden en vanuit de inbreng van de realiserende partij niet onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever worden gebracht. De opdrachtgever trekt hier verantwoordelijkheid naar zich toe indien hij de realiserende partij in enige vorm belet of stuurt in het plannen en uitvoeren van de, volgens de realiserende partij, meest veilige en gezonde uitvoering. (V=uitvoerende partij, ?=opdrachtgever)
Een voorbeeld is het niet beschikbaar stellen van de benodigde werkruimte voor het opstellen van onontkoombare hijsvoorzieningen zoals kranen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de gevolgen indien de bouwer wordt belet in het plannen of opstellen hiervan.
Overgang van ontwerp naar uitvoering
Art 2.23.b & 2.23.c
In het ontwerp proces wordt van ‘grof’ naar ‘fijn’, van ‘abstract’ naar ‘exact’ gewerkt. Dit impliceert dat organisch en asynchroon wordt gewerkt. Prijsvorming vindt plaats zodra aan het ontwerp maat en getal kan worden toegekend. Op dat moment is het ontwerp beslist niet afgerond. De ontwerpfase is derhalve geen fase die op één moment (gelijktijdig in tijd) wordt afgesloten maar eerder een proces op zich waarin sprake is van het gelijkmatig naar rato van de uitwerking overdragen van informatie.
Bijvoorbeeld het uitwerken van plafonds zal niet gereed zijn indien de fundatie wordt gemaakt. De fundatie is uit de ontwerpfase terwijl het uitwerken van het plafond nog niet is aangevangen in de ontwerpfase zit.
Contractvormen / procesvorm
Arbobesluit art 2.26
In de verschillende contractvormen worden de taken verdeeld. Dit doet niets af aan de verantwoording zoals deze door de wet aan de verschillende partijen is gegeven. Een opdrachtgever besteedt het ontwerpproces uit aan een ontwerper of aan een aannemer.
Daarmee blijft hij verantwoordelijk voor dit ontwerpproces. Vanuit deze verantwoordelijkheid is er een aansprakelijkheid die hem noopt om zich te omringen met partijen die zijn verantwoordelijkheid zodanig invullen dat hij niet wordt aangesproken op de prestatie van deze partijen.
Dit heeft consequenties voor het maken van afspraken en contracten bij Design and Build (D&B), Publiek-Private Samenwerking (PPS) en Design, Build, Finance & Mainain (DBFM) constructies. In deze constructies blijft de opdrachtgever verantwoordelijk voor het ontwerpproces en haar resultaat.
Definitie werkgever Arbowet
Arbowet art. 1 & 2
Conform de arbowet is de werkgever de partij die aanwijzingen geeft voor het uitvoeren van activiteiten. Het is niet noodzakelijk dat er een vergoeding wordt gegeven. In geval van werken met een aangenomen prestatie voor een vast bedrag is er geen verwarring. Een opdrachtgever of diens vertegenwoordiger die bijvoorbeeld aanwijzingen geeft aan een timmerman is werkgever van die timmerman. Deze verantwoordelijkheidstoedeling kan als leidraad worden genomen bij alle interventies. dit is relevant bij het toezicht houden. De opdrachtgever, de coördinator en de toezichthouder, zowel in de ontwerp als uitvoeringsfase, zou zich terughouden moeten opstellen en geen aanwijzingen moeten geven over de wijze waarop werkzaamheden dienen plaats te vinden.
Werkgeversverantwoording
Arbowet art 3
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen dat zijn werknemers niets overkomt tijdens het verrichten van taken onder zijn gezag. Ook bijkomende werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de bedoelde taak uit te voeren vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Ook het gebruikte materieel (arbeidsmiddelen) dat gebruikt wordt bij het uitoefenen van de taak valt onder de verantwoording van de werkgever.
Bijvoorbeeld en toezichthouder die op aanwijzing van de opdrachtgever over een bouwwerk loopt, op een steiger, maakt gebruik van het steiger en daarmee is de opdrachtgever als werkgever verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit steiger. Bijvoorbeeld een chauffeur die helpt bij het lossen van de vracht valt onder de verantwoording van de werkgever die die opdracht heeft gegeven voor het lossen. Indien alleen een medewerker van de opdrachtgever op de bouw is en deze geeft inhoudelijk aanwijzingen voor het lossen is daarmee werkgever.
Het besluit bouwwerken leefomgeving
Het besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt in de §4.7.11, artikel 4.240 en 4.241 dat een bouwwerk geen vergunning mag krijgen indien de aanvrager niet kan aantonen dat het object veilig onderhoudbaar is. Bij het kiezen van de veiligheidsmaatregelen moet de arbeidshygiënische strategie gevolgd worden.
In de uitleg van het bouwbesluit wordt de arbeidshygiënische strategie uitgelegd en wordt verwezen naar de ‘Handleiding veilig onderhoudbare gebouwen maken’. In de toelichting wordt ook verwezen naar een checklist. Deze Checklist ofwel het toetsingskader is bedoeld om aan te tonen dat aan de artikelen 6.52 en 6.53 is voldaan. De checklist is voorzien van een toelichting.
In de toelichting bij de checklist (het toetsingskader) is vastgelegd dat de, in de checklist genoemde werkmethode, een handreiking is. Echter, er mag bij de keus van de methode, alleen afgeweken worden van de volgorde op de checklist indien het veiligheidsniveau tijdens het onderhoud niet verminderd. Indien een methode wordt gekozen die niet in de checklist staat moet worden aangetoond dat de bescherming het gelijke niveau heeft van de eerste-keus maatregel.
Daaraan is toegevoegd dat de werkgever van het onderhoudspersoneel in staat moet worden gesteld bij de keus van de maatregelen de arbeidshygiënische strategie te volgen.
Ten overvloede wordt gesteld dat ankerpunten (lijnsystemen) alleen zijn toegestaan indien permanente dakrandbeveiliging technisch niet mogelijk is en de werkzaamheden niet op andere veiligere wijze zijn uit te voeren.
Verder is er de eis dat de werkplek veilig moet kunnen worden bereikt. In de handleiding vanaf pagina 35 wordt in de eerste twee regels aangeven bij welke voorzieningen veilige bereikbaarheid extra aandacht vereist.
De wijze waarop de veilige bereikbaarheid in het bouwwerk moet zijn voorzien is, behoudens in brancheregels en de arbocatalogi, (nog) niet vastgelegd.
Een voorbeeld; platte daken.
Dit impliceert dat bijvoorbeeld bij C.3 in de checklist, een plat dak, alleen afgeweken mag worden van de hier beschreven volgorde indien de maatregel technisch niet realiseerbaar is. Een permanente dakrandbeveiliging mag dus alleen vervangen worden door een tijdelijke indien een permanente om technische reden niet gemaakt kan worden.
Dat in het bestemmingsplan een bouwhoogte is aangeven wordt veel gebruikt als argument. Hierdoor zou een verhoging van de dakrand of het plaatsen van een hek niet mogelijk zijn. Dit is echter geen technische belemmering, hij mag niet gebruikt worden.
Het dak behoeft immers niet dezelfde hoogte te hebben als de dakrand. Het is een economisch motief om te steven naar een maximaal bouwvolume. Economische motieven zijn geen geldige reden om valgevaar niet volgens de arbeidshygiënische strategie te beperken.
De werkgever van het onderhoudspersoneel moet in staat worden gesteld de arbeidshygiënische strategie te volgen bij het realiseren van veiligheid. Dit betekent dat, indien er onverhoopt een lijnsysteem op het dak aanwezig is, dit tijdens onderhoud niet mag worden gebruikt indien het technisch mogelijk is om hekken te plaatsen.
Dit is geheel overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit waar de arbeidshygiënische strategie is voorgeschreven.
Het dak moet veilig bereikbaar zijn. In de BiKu-branche zijn hierover afspraken gemaakt. Dit betekent dat er een dakluik moet zijn met daaronder een ladder die in de juiste schuinte kan worden opgesteld. Het dakluik moet minimaal 4 meter uit de dakrand zitten. Tevens moeten de bomen van de ladder doorlopen tot 1 meter boven het betreedbaar oppervlak. Uiteraard kan dit ook worden gerealiseerd door het luik verticaal vast te zetten en te voorzien van een handreling. Vanaf de ladder moet het dak zijdelings kunnen worden betreden. Met hekjes moet worden voorkomen dat men niet ongewild in het luik kan stappen of vallen.
V&G Interventies naar actor
Wie doet wat op welk moment.
In dit deel worden de activiteiten opgesomd die genomen zouden moeten worden zodat V&G in de realisatie optimaal tot zijn recht kan komen.
De activiteiten zijn ingedeeld in de fasen die in het proces worden doorlopen. Per fase zijn de belangrijkste activiteiten beschreven en is aangegeven welke functionarissen hierbij betrokken zijn. De opsomming is niet limitatief.
‘V’ geeft verantwoordelijke aan,
‘A’ is de in de wet genoemde actor,
‘a’ is de natuurlijke actor gezien vanuit het proces,
‘?’ is de partij die informeert naar de kwaliteit en voortgang.
Ingeval van opdrachtgever consument is de ontwerper de partij die verantwoordelijk is voor de acties van de opdrachtgever.
In de teksten zijn de belangrijkste artikelen genoemd.
De taken, artikelen en betrokkenen zijn indicatief.
Beschrijving van activiteit | Opdrachtgever | Coördinator ontwerp | Ontwerper | Opdrachtgever | Werkgever | Coördinator uitvoering |
---|---|---|---|---|---|---|
Initiatieffase |
||||||
|
V | - | - | - | - | |
|
V | A | ? | - | - | |
|
V | A | a | ? | - | - |
|
V | a | - | - | - | - |
|
V | A | a | - | - | - |
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
|
V | A | ||||
|
V | A | ||||
|
V | A | a | |||
|
V | A | ||||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
Ontwerpfase |
||||||
|
V | A | a | ? | ||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | ? | ||
|
V | A | a | ? | ? | |
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
|
V | a | ||||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | ? | ||
|
V | A | a | |||
|
V | A | a | ? | ||
|
V | A | a | ? | ||
|
V | a | ? | |||
|
V | A | a | |||
Overdracht van ontwerp naar uitvoering |
||||||
|
V | a | a | |||
|
V | A | ? | ? | ||
|
V | A | a | ? | ? | ? |
|
V | A | ? | ? | ? | |
|
V | A | ? | ? | ||
|
V | A | ? | ? | ||
|
V | a | ? | |||
|
V | A | ? | ? | ||
|
? | ? | A | a | a | |
|
V | a | A | a | a | |
|
? | ? | A | a | a | |
|
V | A | a | |||
|
V | a | a | |||
Uitvoeringsfase |
||||||
|
? | V | a | |||
|
? | a | a | V | ||
|
? | a | a | a | ||
|
? | V | A | |||
|
? | V | A | |||
|
? | V | a | A | ||
|
a | V | a | A | ||
|
? | V | a | A | ||
|
? | A | A | ? | ||
|
? | V | a | A | ||
|
A | A | ? | |||
|
? | a | A | A | ||
|
V | a | A | |||
|
V | a | A | |||
|
? | V | a | A | ||
|
? | ? | ? | V | a | A |
|
? | ? | a | V | a | A |
|
? | ? | V | A | A | |
|
A | V | A | |||
|
V | V | A | A | ||
|
V | V | V | V | V | V |
Gebruiksfase |
||||||
|
V | a | a | a | a | a |
|
V | |||||
|
V | A | ||||
|
V | a | a | |||
|
||||||
|
V | a | a | |||
|
V | A | a | a | ||
|
V | a | a | |||
|
? | V | a | |||
|
? | V | a | |||
|
V | A | a |
Schematische weergave van acties en actoren.
Minimale wettelijke vereisten.
Meer werkgevers | 500 mandagen | Bijzonder risico | Anders |
---|---|---|---|
Kennnisgeving | X | ||
V&G Coördinatoren | X | X | X |
V&G plan | X | X | |
Dossier | X | X | X |
1 werkgever | 500 mandagen | Bijzonder risico | Anders |
---|---|---|---|
Kennnisgeving | X | ||
V&G Coördinatoren | X | X | |
V&G plan | |||
Dossier |
Auteur:
Adri Frijters - veiligheidskundig consultant bij A3-A