Skip to main content

V&G Beïnvloeding bouwproces

| Adri C.P. Frijters

De wet, een toelichting voor de bouwsector

Inleiding  

In de Arbowet en het Arbobesluit wordt een heldere structuur neergelegd waarmee verantwoordelijkheden en bevoegdheden kunnen worden weggelegd.
Dat er vaak onduidelijkheid is over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zou kunnen worden veroorzaakt omdat in de wet uitgegaan wordt van rollen in het proces. Rollen kunnen door meerdere functionarissen bij verschillende partijen worden vervuld. In de praktijk wordt een taak toebedeeld aan een organisatie en een persoon. Hierdoor ontstaat gemakkelijk een situatie waarbij buiten mandaten zou moeten worden gewerkt. Hierdoor zullen taken niet of onvolledig worden uitgevoerd. 

Doel van bouwprocesbepalingen, verantwoordelijkheden en taken op hoofdlijnen 

Arbobesluit art. 1.1.2
Arbobesluit afdeling 5 Bouwproces art 2.23 e.v.
Het doel van de bouwprocesbepalingen is partijen verantwoordelijkheid te geven voor de interventiemogelijkheden die men heeft. Die verantwoordelijkheid overstijgt daarmee de fase van directe betrokkenheid in het proces. De verantwoording heeft betrekking op het uitoefenen van invloed op veiligheid en gezondheid tijdens de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop. Is er een mogelijkheid om V&G te beïnvloeden dan dient deze invloed gebruikt te worden. Het niet (bewust of onbewust) gebruiken van de invloed is een keus en maakt verantwoordelijkheid voor de consequenties van die keus.
In het proces zijn rollen te definiëren. Meerdere rollen kunnen door één partij worden vervuld. Eén rol kan ook door meerder partijen worden vervuld. Bij het lezen en beschouwen van de wet en de bouwprocesbepalingen dient dit voortdurende voorop te staan. De rollen die in dit document besproken worden zijn onder andere die van opdrachtgever, ontwerper, coördinator ontwerpfase, coördinator uitvoeringsfase, de uitvoerende partij, de aannemer (bouwer, realisator), de gebruiker.  
Het Arbo besluit geldt voor iedereen en de bouwprocesbepalingen in het Arbo besluit gelden voor elk bouwkundig werk, van initiatief tot sloop. De wettelijk verplichte activiteiten zijn afhankelijk van de omvang van het werk in mandagen, de mate waarin er gevaren aanwezig kunnen en, of er meer dan één werkgever betrokken is bij de realisatie.
Het ontwerpen, met als doel zo min mogelijk gevaren veroorzaken bij de realisatie, het gebruik, het onderhoud en de sloop is altijd verplicht.
Om te kunnen bepalen welke overige activiteiten verplicht zijn is het noodzakelijk een RI&E van het werk te maken te weten wat de verwachte totale mandagen van de realisatie zijn en een beoordeling te maken van het aantal werkgevers betrokken bij de realisatie. Dit geldt ook voor onderhoudswerkzaamheden.
Voorbeeld: een opdrachtgever is verantwoordelijk voor het inschakelen van een kundig ontwerpteam en daarmee voor de kwaliteit van het werk van het ontwerpteam. 
Als in de realisatiefase blijkt dat gevelpanelen naar beneden vallen omdat de detaillering van de bevestiging niet solide genoeg blijkt te zijn dan is dat het probleem van de opdrachtgever. (zie Fase overgang )
Voorbeeld: Als in de gebruiksfase blijkt dat verkeerde keuzes gemaakt zijn waardoor een ongezond leefklimaat in een gebouw ontstaat is hem dat aan te rekenen en niet alleen de werkgever dien zijn medewerkers in het pand laat werken.

De arbowet en het Arbo besluit regelen de arbeidsomstandigheden tussen werkgever en werknemer. Beiden hebben een taak, de werkgever neemt initiatieven, de werknemer volgt en geeft gevraagd en ongevraagd adviezen. De wetgever stelt geen prestatie-eisen. Prestatie-eisen volgen uit ‘de stand der wetenschap’ en de afspraken tussen werkgevers en werknemers (vastgelegd in de arbocatalogi).
De arbowet en het Arbo besluit hebben het doel om een inspanningsverplichting vast te leggen (raamwet). Dit moet leiden tot een niet aflatende inspanning om het werk veiliger en gezonder te laten plaats vinden. Dit maakt handhaving op prestaties nagenoeg onmogelijk. Het is om die reden dat resultaten van analyses en verbeteringen moeten worden vastgelegd. Hiermee wordt de inspanningsverplichting tastbaar en toetsbaar gemaakt. De wet is gebaseerd op vertrouwen en het afleggen van verantwoording achteraf indien er twijfels zijn over het niet realiseren van de inspanningsverplichting.

Definitie opdrachtgever

Arbobesluit art. 1.1.2
De opdrachtgever is een rol (de partij) die behoefte heeft aan een stedelijke ontwikkeling, een object of infrastructuur. Onder zijn verantwoording wordt een proces gestart. Hij hoeft niet direct de financier of gebruiker te zijn. Uiteraard is ook de rechtspersoon die direct een project financiert en laat uitvoeren een opdrachtgever. Een realiserende partij, die werkzaamheden uitbesteedt of op ander wijze door anderen laat uitvoeren wordt hier niet bedoeld.
Ingeval de opdrachtgever niet vanuit de hoofde van bedrijfsvoering een behoefte heeft aan een bouwkundig object of ‘construct’ gaan zijn wettelijke verantwoordelijkheden en taken over naar de ontwerpende partij. Voorbeeld is een ontwikkelaar die een pand laat ontwikkelen, dat huurt van het ontwerpend en bouwend consortium en doorverhuurt aan één of meerdere gebruikers.
Voorbeeld is een ontwikkelend aannemer die woningen laat ontwerpen, bouwt en voor of tijdens de bouw verkoopt aan gebruikers.

Coördinator rol en verantwoording

Art 2.29, 2.30
Het doel van de coördinator is de betrokken partijen actief te laten analyseren wat de consequenties van hun inbreng is op V&G in de realisatie-, de gebruiks-, de onderhouds-, en de sloopfase. Dit geldt gedurende het ontwerpproces voor de coördinator en ook gedurende het uitvoeringsproces voor de coördinator. Deze verschillende analyses moeten onder zijn verantwoordelijkheid worden samengevoegd en de interactie tussen de verschillende analyses moet worden beoordeeld op V&G. De coördinator dient de partijen aan te zetten tot het wegnemen van de gevaren en, als dat niet mogelijk is, tot het reduceren van het risico. Hij is verantwoordelijk voor het toetsen van het resultaat en het bijsturen indien het resultaat de acceptatiegrenzen overschrijdt.
De coördinator zal regelmatig de verschillende partijen tijdens een coördinatieoverleg ‘dwingen’ om gevaren weg te nemen, risico’s te reduceren en om de analyses te bespreken met de overige partners.
Een voorbeeld van het acteren van de coördinator is het bezoeken van de ontwerpende partijen tijdens het ontwerpproces en het bevragen op de V&G aspecten of en op welke wijze die meegewogen zijn bij het maken van beslissingen leidend tot ontwerpkeuzen. Bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van dakrandbeveiliging of zeembalkons.

V&G Plan doel en functie

Art. 2.28
Het V&G plan is niet meer dan een vastlegging en overdacht document. Het moet het ontwerp- en uitvoeringsproces ondersteunen. Het V&G Plan wordt voortdurend bijgewerkt aan de jongste ontwikkelingen, analyses en inzichten. Het bevat onder andere de gevaren met de bijbehorende maatregelen en de partijen die de maatregelen moeten nemen, onderhouden en controleren. Het V&G Plan is dus geen eindproduct maar een management ondersteunend werkdocument. Het moet aanwezig zijn indien een melding verplicht is. Om te kunnen bepalen of een melding verplicht is dient eerst een analyse van gevaren en risico’s en maatregelen te zijn gemaakt. Dit is te zien als de kern van een V&G Plan.
Het V&G Plan wordt onder directe verantwoording van de coördinator opgesteld en is in feite het tastbare (tussen)resultaat van zijn inspanningen. Een V&G plan met slechts enkele gevaren is het bewijs dat het ontwerpteam onder begeleiding van de coördinator geslaagd is in zijn opdracht.

Dossier doel en functie

Art. 2.30.c, 2.31.e
Het dossier is te vergelijken met de handleiding van een gebruiksproduct. Hierin wordt het voorzienbaar onderhoud beschreven met de gevaren en benodigde maatregelen. Ook de toegepaste materialen en V&G voorzieningen ten behoeven van gebruik, onderhoud en sloop worden opgenomen.
Een voorbeeld is de aanwezigheid en positie van ondergrondse leidingen en kabels langs infrastructuur. Een ander voorbeeld is de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de niet geroerde grond rond het object. Ook niet zichtbare of direct zichtbare voorzieningen ten behoeve van het onderhoud worden zo exact mogelijk beschreven. Bijvoorbeeld weggewerkte ankers voor later aan te brengen klimvoorzieningen of steigers.

Ontwerpfase

Wet 2.23
De ontwerpfase is, samen met de initiatief fase de periode in de levenscyclus waar de opdrachtgever de volle verantwoordelijkheid voor draagt. De ontwerpfase is de periode waarin bestudeerd wordt of de behoefte realiseerbaar is, op welke wijze de realisatie plaats kan vinden. Deze ontwerpfase eindigt zodra het bouwwerk materieel tot stand wordt gebracht. Dit impliceert dat strikt genomen ook de werkvoorbereiding onderdeel is van het ontwerpproces en onder verantwoording van de opdrachtgever plaats vindt. Voor zover dit de techniek en uitwerking van het ontwerp betreft is dit een realistische opdeling.
Bijvoorbeeld het uitwerken van de prefabbeton elementen tot productietekeningen met hijsvoorzieningen valt onder het uitwerken van het ontwerp en onder de verantwoording van de opdrachtgever.
Het voorbereiden van het productieproces en de tijdelijke voorzieningen ten behoeve van het productieproces kunnen om praktische reden en vanuit de inbreng van de realiserende partij niet onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever worden gebracht. De opdrachtgever trekt hier verantwoordelijkheid naar zich toe indien hij de realiserende partij in enige vorm belet of stuurt in het plannen en uitvoeren van de, volgens de realiserende partij, meest veilige en gezonde uitvoering. (V=uitvoerende partij, ?=opdrachtgever)
Een voorbeeld is het niet beschikbaar stellen van de benodigde werkruimte voor het opstellen van onontkoombare hijsvoorzieningen zoals kranen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de gevolgen indien de bouwer wordt belet in het plannen of opstellen hiervan.

Overgang van ontwerp naar uitvoering

Art 2.23.b & 2.23.c
In het ontwerp proces wordt van ‘grof’ naar ‘fijn’, van ‘abstract’ naar ‘exact’ gewerkt. Dit impliceert dat organisch en asynchroon wordt gewerkt. Prijsvorming vindt plaats zodra aan het ontwerp maat en getal kan worden toegekend. Op dat moment is het ontwerp beslist niet afgerond. De ontwerpfase is derhalve geen fase die op één moment (gelijktijdig in tijd) wordt afgesloten maar eerder een proces op zich waarin sprake is van het gelijkmatig naar rato van de uitwerking overdragen van informatie.
Bijvoorbeeld het uitwerken van plafonds zal niet gereed zijn indien de fundatie wordt gemaakt. De fundatie is uit de ontwerpfase terwijl het uitwerken van het plafond nog niet is aangevangen in de ontwerpfase zit.

Contractvormen / procesvorm

Arbobesluit art 2.26
In de verschillende contractvormen worden de taken verdeeld. Dit doet niets af aan de verantwoording zoals deze door de wet aan de verschillende partijen is gegeven. Een opdrachtgever besteedt het ontwerpproces uit aan een ontwerper of aan een aannemer.
Daarmee blijft hij verantwoordelijk voor dit ontwerpproces. Vanuit deze verantwoordelijkheid is er een aansprakelijkheid die hem noopt om zich te omringen met partijen die zijn verantwoordelijkheid zodanig invullen dat hij niet wordt aangesproken op de prestatie van deze partijen.
Dit heeft consequenties voor het maken van afspraken en contracten bij Design and Build (D&B), Publiek-Private Samenwerking (PPS) en Design, Build, Finance & Mainain (DBFM) constructies. In deze constructies blijft de opdrachtgever verantwoordelijk voor het ontwerpproces en haar resultaat.

Definitie werkgever Arbowet

Arbowet art. 1 & 2
Conform de arbowet is de werkgever de partij die aanwijzingen geeft voor het uitvoeren van activiteiten. Het is niet noodzakelijk dat er een vergoeding wordt gegeven. In geval van werken met een aangenomen prestatie voor een vast bedrag is er geen verwarring. Een opdrachtgever of diens vertegenwoordiger die bijvoorbeeld aanwijzingen geeft aan een timmerman is werkgever van die timmerman. Deze verantwoordelijkheidstoedeling kan als leidraad worden genomen bij alle interventies. dit is relevant bij het toezicht houden. De opdrachtgever, de coördinator en de toezichthouder, zowel in de ontwerp als uitvoeringsfase, zou zich terughouden moeten opstellen en geen aanwijzingen moeten geven over de wijze waarop werkzaamheden dienen plaats te vinden.

Werkgeversverantwoording

Arbowet art 3
Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen dat zijn werknemers niets overkomt tijdens het verrichten van taken onder zijn gezag. Ook bijkomende werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de bedoelde taak uit te voeren vallen onder zijn verantwoordelijkheid. Ook het gebruikte materieel (arbeidsmiddelen) dat gebruikt wordt bij het uitoefenen van de taak valt onder de verantwoording van de werkgever.
Bijvoorbeeld en toezichthouder die op aanwijzing van de opdrachtgever over een bouwwerk loopt, op een steiger, maakt gebruik van het steiger en daarmee is de opdrachtgever als werkgever verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit steiger. Bijvoorbeeld een chauffeur die helpt bij het lossen van de vracht valt onder de verantwoording van de werkgever die die opdracht heeft gegeven voor het lossen. Indien alleen een medewerker van de opdrachtgever op de bouw is en deze geeft inhoudelijk aanwijzingen voor het lossen is daarmee werkgever.

Het besluit bouwwerken leefomgeving

Het besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt in de §4.7.11, artikel 4.240 en 4.241 dat een bouwwerk geen vergunning mag krijgen indien de aanvrager niet kan aantonen dat het object veilig onderhoudbaar is. Bij het kiezen van de veiligheidsmaatregelen moet de arbeidshygiënische strategie gevolgd worden.
In de uitleg van het bouwbesluit wordt de arbeidshygiënische strategie uitgelegd en wordt verwezen naar de ‘Handleiding veilig onderhoudbare gebouwen maken’. In de toelichting wordt ook verwezen naar een checklist. Deze Checklist ofwel het toetsingskader is bedoeld om aan te tonen dat aan de artikelen 6.52 en 6.53 is voldaan. De checklist is voorzien van een toelichting.

In de toelichting bij de checklist (het toetsingskader) is vastgelegd dat de, in de checklist genoemde werkmethode, een handreiking is. Echter, er mag bij de keus van de methode, alleen afgeweken worden van de volgorde op de checklist indien het veiligheidsniveau tijdens het onderhoud niet verminderd. Indien een methode wordt gekozen die niet in de checklist staat moet worden aangetoond dat de bescherming het gelijke niveau heeft van de eerste-keus maatregel.
Daaraan is toegevoegd dat de werkgever van het onderhoudspersoneel in staat moet worden gesteld bij de keus van de maatregelen de arbeidshygiënische strategie te volgen.
Ten overvloede wordt gesteld dat ankerpunten (lijnsystemen) alleen zijn toegestaan indien permanente dakrandbeveiliging technisch niet mogelijk is en de werkzaamheden niet op andere veiligere wijze zijn uit te voeren.
Verder is er de eis dat de werkplek veilig moet kunnen worden bereikt. In de handleiding vanaf pagina 35 wordt in de eerste twee regels aangeven bij welke voorzieningen veilige bereikbaarheid extra aandacht vereist.
De wijze waarop de veilige bereikbaarheid in het bouwwerk moet zijn voorzien is, behoudens in brancheregels en de arbocatalogi, (nog) niet vastgelegd.

Een voorbeeld; platte daken.

Dit impliceert dat bijvoorbeeld bij C.3 in de checklist, een plat dak, alleen afgeweken mag worden van de hier beschreven volgorde indien de maatregel technisch niet realiseerbaar is. Een permanente dakrandbeveiliging mag dus alleen vervangen worden door een tijdelijke indien een permanente om technische reden niet gemaakt kan worden.
Dat in het bestemmingsplan een bouwhoogte is aangeven wordt veel gebruikt als argument. Hierdoor zou een verhoging van de dakrand of het plaatsen van een hek niet mogelijk zijn. Dit is echter geen technische belemmering, hij mag niet gebruikt worden.
Het dak behoeft immers niet dezelfde hoogte te hebben als de dakrand. Het is een economisch motief om te steven naar een maximaal bouwvolume. Economische motieven zijn geen geldige reden om valgevaar niet volgens de arbeidshygiënische strategie te beperken.
De werkgever van het onderhoudspersoneel moet in staat worden gesteld de arbeidshygiënische strategie te volgen bij het realiseren van veiligheid. Dit betekent dat, indien er onverhoopt een lijnsysteem op het dak aanwezig is, dit tijdens onderhoud niet mag worden gebruikt indien het technisch mogelijk is om hekken te plaatsen.
Dit is geheel overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit waar de arbeidshygiënische strategie is voorgeschreven.
Het dak moet veilig bereikbaar zijn. In de BiKu-branche zijn hierover afspraken gemaakt. Dit betekent dat er een dakluik moet zijn met daaronder een ladder die in de juiste schuinte kan worden opgesteld. Het dakluik moet minimaal 4 meter uit de dakrand zitten. Tevens moeten de bomen van de ladder doorlopen tot 1 meter boven het betreedbaar oppervlak. Uiteraard kan dit ook worden gerealiseerd door het luik verticaal vast te zetten en te voorzien van een handreling. Vanaf de ladder moet het dak zijdelings kunnen worden betreden. Met hekjes moet worden voorkomen dat men niet ongewild in het luik kan stappen of vallen.

V&G Interventies naar actor

Wie doet wat op welk moment.

In dit deel worden de activiteiten opgesomd die genomen zouden moeten worden zodat V&G in de realisatie optimaal tot zijn recht kan komen.
De activiteiten zijn ingedeeld in de fasen die in het proces worden doorlopen. Per fase zijn de belangrijkste activiteiten beschreven en is aangegeven welke functionarissen hierbij betrokken zijn. De opsomming is niet limitatief.

‘V’ geeft verantwoordelijke aan,
‘A’ is de in de wet genoemde actor,
‘a’ is de natuurlijke actor gezien vanuit het proces,
‘?’ is de partij die informeert naar de kwaliteit en voortgang.
Ingeval van opdrachtgever consument is de ontwerper de partij die verantwoordelijk is voor de acties van de opdrachtgever.
In de teksten zijn de belangrijkste artikelen genoemd.
De taken, artikelen en betrokkenen zijn indicatief.

 

Beschrijving van activiteit Opdrachtgever Coördinator ontwerp Ontwerper Opdrachtgever Werkgever Coördinator uitvoering

Initiatieffase

  1. In deze fase ontstaat behoefte aan een 3-zijdig afgesloten ruimte, onderhoud, verandering van de woonomgeving, infrastructuur, bodem reliëf of wijziging in grondhuishouding. Bijvoorbeeld een gebouw of weg. Maar ook het herstellen van een weg of het aanpassen van een gebouw kent deze fase. In deze fase groeit deze behoeft van idee tot schetsontwerp. (besluit, art. 1.1.2)
V -   - - -
  1. Het inschakelen coördinator dient tijdig te gebeuren in elke geval voor het inschakelen van de adviseurs en voor de start van de ontwerpfase. (besluit art. 2.29 en 2.30)
V A   ? - -
  1. De Analyse van het type ontwerp werkzaamheden dient snel plaats te vinden. Hier wordt nagegaan welke werkzaamheden nodig zijn om tot een afgerond ontwerp te komen. Denk hierbij aan complexe klimaatinstallaties of een energiedoelstelling, dat vereist een planmatige aanpak. Dit geldt ook voor lastige vormen of het realiseren van bouwvolume of infrastructuur ingepast in bestaande structuren. (besluit art 2.32, 2.34)
V A a ? - -
  1. Selecteer adviseurs voor de ontwerpfase op basis van prestatie eisen, kwalificaties eisen, ‘past performance eisen’. Bepaal welke partij de werkzaamheden in de ontwerpfase kan realiseren. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het resultaat van de inspanningen van de adviseurs. Advies; selecteer de adviseurs op hun prestaties, kennis en vaardigheden op het terrein van V&G in het ontwerp.
V a - - - -
  1. Een analyse omgevingsfactoren wordt gemaakt om te bepalen in welke omgeving het project wordt gepland. Nagegaan moet worden of er vanuit de omgeving consequenties zijn voor veilig en gezond kunnen realiseren, gebruiken, onderhouden of slopen. Denk hierbij aan de fysieke omgeving, de bereikbaarheid, de beschikbare hoogte en diepte. Vergeet bij gebruikmaking van een bestaande bebouwing niet een asbestanalyse en denk bij de bodem niet alleen aan sonderen maar ook aan explosieven (explosieven niet met name in de wet genoemd) en verontreiniging. Ook bij werkzaamheden in bestaande omgevingen of aan bestaande objecten zijn er beperkingen die mogelijk gevaar opleveren zoals valgevaar of het niet veilig kunnen bereiken van de werkplek. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor hetgeen hij beschikbaar stelt, de omgeving en de werkplek. Dit laatste volgt uit de in de wet genoemde bodemsanering en asbest verklaring.
V A a - - -
  1. Analyse sociale context, dat wil zeggen in welke sociale omgeving moet iets gerealiseerd worden. Is er medewerking of tegenwerking van de omgeving? De V&G aspecten die te relateren zijn aan de sociale context zijn een direct gevolg van de keuzes die de opdrachtgever maakt en dus vallen deze onder zijn verantwoording. Een voorbeeld kan zijn het opknappen van gevels met balkons. De veilige bereikbaarheid van de balkons waar werkzaamheden moeten worden uitgevoerd moet door de opdrachtgever worden meegenomen bij de voorbereiding van het project. Het beklimmen van de balkons vanuit hangbruginstallaties is geen veilige toegang.
V A a      
  1. Analyse van het uiterlijk; de uitstraling van een object is bepalend voor het materiaalgebruik en dit is op haar beurt relevant voor de frequentie van onderhoud (reinigen) en de wijze waarop dit moet plaatsvinden. Een hoge onderhoudsfrequentie geeft meer V&G problemen dan een lage frequentie. Ook de plek waar het onderhoud moet plaatsvinden is hierbij in het geding. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de belijning op de wegen. Thermoplast heeft een langere levensduur. Het belijnen is een risicovolle activiteit, het verlagen van de onderhoudsfrequentie heeft daarom veel invloed op veiligheid en gezondheid. Transparante daken geven veel licht. Het aanbrengen, vervangen en reinigen is vaak niet zonder gevaar. Dat moet aandacht krijgen in de ontwerpfase.
V A a      
  1. Procesvorm, tijdens ontwerp, realisatie, gebruik en onderhoud is relevant voor de wijze waarop met verantwoording voor V&G wordt omgegaan en hoe dit wordt vastgelegd. Denk aan de samenwerkingsvorm zoals Design and Build (D&B), Publiek-Private Samenwerking (PPS) en Design, Build, Finance & Maintain (DBFM) constructies. In deze constructies blijft de opdrachtgever verantwoordelijk voor het ontwerpproces en het resultaat. Elke samenwerkingsvorm brengt andere complicaties en afspraken. Dat moet in deze fase worden voorbereid. Denk ook aan meer concrete technische zaken die in eerste instantie alleen een onderwerp lijken dat vooral voor de uitvoerende partij. Er zijn processen die gekoppeld zijn aan materiaalkeuzen, nagegaan moet worden of de gevaren die daarbij horen acceptabel zijn. Op basis hiervan gaat instructie naar het ontwerpproces. Denk hier bijvoorbeeld aan het asfalteren in een tunnel of het slopen in een afgesloten ruimte, dit geeft beperkingen ten aanzien van het proces. Dit zijn beperkingen die consequenties geven voor veiligheid en gezondheid.
V A        
  1. Het vastleggen van de doelstellingen voor V&G is noodzakelijk om tijdens de ontwerpfase wegingen te kunnen maken die in lijn zijn met de acceptatiegrenzen van de opdrachtgever. Moet altijd prioriteit gegeven worden aan vorm en uiterlijk of telt de kans op een ongeval mee? En zo ja in welke mate zijn ongevallen acceptabel bij een keus voor het weglaten van dakrandbeveiliging.
V A        
  1. Het vastleggen van de overwegingen ten aanzien van V&G is een zaak waarop de opdrachtgever wordt getoetst. Is het aantoonbaar dat in de initiatieffase en in de ontwerpfase weloverwogen beslissingen zijn genomen waarbij V&G een volwaardig rol speelt dan wordt de verantwoording ingevuld. Dit vastleggen is voor de diverse partners in het ontwerpteam tevens een referentie bij toekomstige projecten.
V A a      
  1. k) Afdwingen bij participanten van een proactieve opstelling en medewerking aan het V&G ontwerpproces en de nodige coördinatie door de opdrachtgever is een relevante contractafspraak tussen de opdrachtgever en zijn ontwerpers.
V A        
  1. De start van het V&G ontwerpproces en de coördinatie van V&G dient plaats te vinden in de initiatief fase. Zo is het handig om de in dit tekstdeel genoemde zaken vast te leggen in relatie tot het specifieke project.
V A a      
  1. Wees zo project specifiek als mogelijk is. Een generieke benadering levert onvoldoende resultaat op projectniveau. De inspanningen moeten resulteren in veilig en gezond kunnen bouwen, gebruiken, onderhouden en slopen.
V A a      
  1. Opstellen programma van eisen mede op basis van de bovengenoemde items is de start voor de ontwerpfase.
V A a      

Ontwerpfase

  1. Dit is het uitwerken van het programma van eisen naar gewenst volume, massa, situering, uitstraling, materiaalkeuzen. Deze items zijn direct te relateren aan V&G bij de realisatie, het gebruiken, het onderhouden en het slopen. De analyses in de ontwerpfase moeten worden vastgelegd en leiden tot keuzes die recht doen aan de eisen van de opdrachtgever en zijn verantwoordelijkheid. Gevaren die om technische reden niet kunnen worden vermeden worden voorzien van maatregelen die onderdeel zijn van het ontwerp. Deze gevaren en maatregelen worden opgenomen in het ‘Dossier’. Denk bij beheersmaatregelen aan gevelonderhoudsinstallaties, hoogwerkers die meegeleverd worden en gestald worden in het object, verplaatsbare loopbruggen onder en boven horizontale glazen delen. Schakel adviseurs in met kennis van zaken als deze kennis in het team afwezig is.
V A a ?    
  1. Coördineer het ontwerpproces, de gevaarbeoordeling van complete deelontwerpen en de gevaarbeoordeling tussen producten. Door een RI&E te maken van een bouwdeel in verschillende varianten kan bepaald worden welke variant gekozen moet worden met het oog op veiligheid en gezondheid.
V A a      
  1. Ga na of veilig en gezond onderhoud aan het object mogelijk is. Pas zonodig het ontwerp aan op de maatregelen die worden aangereikt in de publicaties. Zorg dat de arbeidshygiënische strategie wordt gevolgd bij het implementeren van maatregelen in het ontwerp. (bouwbesluit 6.52, 6.53)
V A a ?    
  1. Maak keuzes voor minst gevaarvolle systemen en integreer V&G in ontwerpproces. Maak een vergelijk van verschillende uitvoeringen van een bouwdeel gemaakt en leg vast waarom de keus gemaakt wordt.
V A a ?   ?
  1. Neem tijdens het ontwerpen (V&G geïntegreerde ontwerpproces) V&G doelstelling mee in gelijkwaardigheid met de economische doelstellingen en de doelstelling op het vlak van kwantiteit en kwaliteit. (art 2.26)
V A a      
  1. Inventariseer het voorzienbaar onderhoud , maak een RIE van voorzienbaar onderhoud, pas ontwerp aan, aan zo veilig mogelijk kunnen uitvoeren van voorzienbaar onderhoud. Denk hierbij om de bereikbaarheid maar ook om de veiligheid op de werkplek.
V A a      
  1. Maak een RI&E van beoogd gebruik (integratie RI&E in ontwerp & integratie van maatregelen in ontwerp) kan veel onnodige kosten na ingebruikname voorkomen. Sommige voorzieningen en gebruiksvormen stellen eisen aan de constructie of inrichting.
V   a      
  1. Voorzie gelijktijdigheid tijdens de realisatie en voorkom gevaren ten gevolge van gelijktijdig realiseren van verschillende processen.
V A a      
  1. Leg de ontwerpkeuzen & consequenties met verantwoording V&G vast in het V&G Plan en Dossier.
V A a      
  1. Maak een inventarisatie van de bodem en leg verontreinigingen en vervuiling vast alsmede asbest (projectielen en munitie). Historisch onderzoek is nodig en meestal voldoende, de resultaten daarvan hebben invloed op het ontwerp en worden vastgelegd in het dossier en het V&G Plan.
V A a      
  1. Leg restgevaren die niet via ontwerpkeuzen zijn geëlimineerd of beheersbaar zijn gemaakt vast in V&G Plan.
V A a ?    
  1. Leg voorzienbaar onderhoud met gevaren en processen vast in het Dossier.
V A a      
  1. Check totale ontwerp op V&G consequenties (volume, vorm, massa, situering op perceel, materialen, veilig en gezond kunnen uitvoeren). Weeg consequenties en pas het ontwerp aan. Leg finale check en resultaat vast (traceerbare inspanning/verantwoording voor volgen van wet).
V A a ?    
  1. Invullen toets criteria omgevingsvergunning, opzetten verantwoording V&G onderhoud & aanvullen Dossier
V A a ?    
  1. Aanvragen omgevingsvergunning etc
V   a ?    
  1. Draag (deel)ontwerp met informatie over voor realisatie, leg overdracht vast.
V A a      

Overdracht van ontwerp naar uitvoering

  1. Selecteer uitvoerende partij(en), dit is een van de laatste directe beïnvloedingsmogelijkheden van de V&G tijdens de realisatie. Overweeg welke eisen gesteld moeten worden, pas de eisen aan, aan de gevaren van het werk, wees specifiek en situationeel.
V a a      
  1. Selecteer de coördinerende partij, dit is relevant omdat de coördinatie extra inspanningen en extra competenties met mandaten vraagt. Vul de eisen in uit art. 2.32. Verlang hier ook competenties en ervaring passend bij het project en zijn complexiteit. Zorg dat kennis op het domein V&G direct beschikbaar is. Verlang een continue aanwezigheid van en aanspreekbaar persoon die namens de coördinator bevoegd is te handelen. Dit ongeacht de omvang van het project.
V A   ?   ?
  1. Toelevering/beschikbaar stellen materialen geeft verantwoordelijkheid voor veiligheid en gezondheid tijdens het verwerken. Zorg voor correcte verwerkingsvoorschriften en specificaties.
V A a ? ? ?
  1. Beschikbaar stellen van locaties en werkplekken die geschikt zijn om veilig en gezond te werken. In het besluit worden Asbest en verontreinigingen genoemd. Niet genoemd maar eveneens beïnvloedbaar door de opdrachtgever zijn veilige daken, verkeersvrije ruimten etc.
V A   ? ? ?
  1. Het aantal partijen en nevenaannemers vergroot de noodzaak tot afstemmen maar ook de faalkansen bij het afstemmen. Maak werk specifieke afspraken.
V A   ?   ?
  1. Leg vast op welke wijze de coördinatie tussen coördinerend aannemer en nevenaannemers is georganiseerd. Voorzie in het voorkomen/oplossen van conflicten.
V A   ?   ?
  1. Benoemen het aanstellen coördinerend opdrachtnemer, leg dit vast met zijn rol en mandaat.
V a   ?    
  1. Onderaanneming en her-uitbesteden van werkzaamheden is niet te vermijden maar het is legitiem om afspraken te maken over het aantal en de competenties van de onderaannemers en het aantal malen dat een activiteit mag worden her-uitbesteed.
V A   ?   ?
  1. Beperk het aantal partijen die gelijktijdig aan het werk zijn, dit beperkt schade door onvoldoende coördinatie.
? ?   A a a
  1. Actief reactie vragen aan de realiserende partijen op V&G aspecten in ontwerp, V&G Plan en Dossier is nodig om de initiatieffase en ontwerpfase te verbeteren.
V a   A a a
  1. Actief bevragen van opdrachtgever over ontwerpkeuzes die de veiligheid in het proces kunnen beïnvloeden.
? ?   A a a
  1. Afspraken over toezicht, terugkoppeling ontwerpkeuzes zijn noodzakelijk om de verantwoording die de opdrachtgever heeft te realiseren. Maatwerk en project specifiek zijn is noodzakelijk. Voor hoogbouw gelden andere afspraken dan voor een infrastructureel werk.
V     A   a
  1. Meld het werk voor uitvoering bij I-SZW (art 2.27)
V a   a    

Uitvoeringsfase

  1. Aanstellen coördinator uitvoering. (art. 2.31, 2.32, 2.29)
?     V   a
  1. Uitvoering taken door de Coördinator (art. 2.28, 2.31). Verzorg en borg dat de coördinator over zowel organisatorische en bouwkundige kennis beschikt alsook over kennis van V&G in de uitvoerende bouw kan beschikken.
?     a a V
  1. Leg de mandaten, taken en bevoegdheden van de coördinator vast en laat dit onderdeel zijn van alle contracten. (art. 2.31)
?     a a a
  1. Maak de melding aan I-SZW bekend (zichtbaar ophangen op de bouwplaats) (art. 2.27)
?     V   A
  1. Zet het V&G management (syteem) op de bouwplaats op en informeer allen. (art 2.28, 2.31, 2.32, 2.33, 2.34 en 2.35)
?     V   A
  1. Borging omgevingsveiligheid (welke in gevaar kan worden gebracht door het gekozen uitvoeringsproces) is noodzakelijk. Dit niet alleen voor de directe omgeving maar ook voor de transportroutes. (artikel 2.4, onder a. van de Regeling omgevingsrecht) (veiligheidsplan art. 8.7 Bouwbesluit)
?     V a A
  1. Coördinatie tussen nevenaannemers geschiedt door de uitvoerende partij die een coördinator aanstelt (coördinerend aannemer). De keus voor de nevenaannemers is door de opdrachtgever gemaakt die daardoor verantwoordelijk is voor de arbo-prestaties die door hen geleverd kunnen worden en de wijze waarop aan de coördinatie wordt meegewerkt.
a     V a A
  1. Bij de uitbesteding aan gespecialiseerde aannemers wordt ook het maken van een complete en specifieke project RI&E, horend bij de uitbestede werkzaamheden, bij deze gespecialiseerde aannemer neergelegd.
?     V a A
  1. De werkgever maakt en overlegt van alle activiteiten die zullen worden uitgevoerd een schriftelijke inventarisatie van gevaren en maatregelen die de arbeid met zich mee brengt. (art. 5 Arbowet) (TRA). De inventarisatie regelmatig, zo vaak als nodig, aangepast en wordt overgedragen aan de coördinator.
?     A A ?
  1. Het V&G plan wordt samengesteld op basis van alle, complete Project Risico Inventarisaties (TRA’s). Dit geschiedt door in het coördinatie overleg de relevante PRI&E per aannemer door te spreken en consequenties per partij vast te leggen. Het V&G plan met maatregelen is voor alle werknemers inzichtelijk (art. 5.6 Arbowet)
?     V a A
  1. De werkgever zorgt voor doeltreffende voorlichting en instructie over de gevaren en maatregelen (V&I, Toolbox). Doeltreffend betekent dat de voorlichting effectief is (art. 8, Arbowet). De V&I (toolbox) is gebaseerd op het V&G plan.
      A A ?
  1. De coördinator ziet toe op het realiseren van de V&I.
?     a A A
  1. Het invullen van de afspraken en maatregelen en het houden van toezicht op maatregelen en afspraken vindt plaats.
      V a A
  1. Houden van toezicht op uitvoering van afspraken/maatregelen. (art .4, 8.4 Arbowet)
      V a A
  1. Effectueren toezicht op afspraken met betrekking tot her-uitbesteding, toezicht, ontwerpkeuzes betekent dat er actief toezicht moet worden gehouden. De coördinator en de OG dienen niet in de rol en verantwoordelijkheden van een uitvoerende partij te treden.
?     V a A
  1. Terugkoppeling naar ontwerpteam van zowel de problemen als de positieve effecten van gemaakte ontwerpkeuzen zijn nodig om in de toekomst effectiever te werken aan een hoger veiligheids en gezondheidsniveau tijdens de realisatie.
? ? ? V a A
  1. Herzien van ontwerpkeuzes is nodig indien er niet voorziene gevaren zijn die niet tot een acceptabel niveau kunnen worden teruggebracht door maatregelen te treffen.
? ? a V a A
  1. Volgen van het werken met- en aanvullen van het V&G Plan is noodzakelijk om de gegeven verantwoording in te kunnen vullen.
? ?   V A A
  1. Toezien op aanvullen dossier is noodzakelijk omdat het dossier tijdens het gebruik van het object moet voorzien in het veilig kunnen gebruiken en onderhouden.
A     V   A
  1. Volgen van proces toont betrokkenheid en levert inzicht in de kwaliteiten van alle betrokkenen uit alle fasen.
V     V A A
  1. Ingrijpen indien noodzakelijk (burgerplicht) dat wil zeggen indien personen direct gevaar lopen. Bij de afwezigheid van direct gevaar beperkt het ingrijpen zich tot signaleren en melden.
V V V V V V

Gebruiksfase

  1. Bijwerken en Beheer van V&G Dossier
V a a a a
  1. Instrueer gebruikers op basis van het dossier zodat schade voor V&G en aan het object wordt voorkomen.
V          
  1. Plan onderhoud (reinigen, klein onderhoud, groot onderhoud, vernieuwbouw) zodanig dat de V&G van uitvoerenden optimaal is. Bijvoorbeeld inspectie aan daken in de zomer in plaats van in de winter.
V       A  
  1. Selecteer onderhoudspartijen op basis van hun RIE & TRA waarbij het dossier en de specifieke projecteigenschappen maatgevend zijn.
V     a a  
  1. Stel dossier beschikbaar aan onderhoudspartijen en vraag actief naar bemerkingen en of verbeteringen ten gunste van V&G tijdens het plegen van onderhoud.
           
  1. Vraag onderhoudspartijen actief naar werkplek problemen door hen voor aanvang aan te laten geven welke probleem verwacht worden.
V     a a  
  1. Regel onderhoud met zo min mogelijk V&G gevaren door na de inventarisatie door de uitvoerenden maatregelen af te stemmen en uit te (laten) voeren.
V   A a a  
  1. Leg onderhoudsproces vast op basis van RIE & TRA en vul dit indien nodig aan in het dossier.
V   a a    
  1. Voer het werk veilig en gezond uit.
?     V a  
  1. Geef V&I aan medewerkers, nodig medewerkers uit inbreng te leveren.
?     V a  
  1. Zie ook tijdens gebruik en onderhoud toe op effectuering van afspraken (neem niet de werkgeversverantwoording over).
V     A a  

 

Schematische weergave van acties en actoren.

Minimale wettelijke vereisten.

Meer werkgevers 500 mandagen Bijzonder risico Anders
Kennnisgeving X    
V&G Coördinatoren X X X
V&G plan X X  
Dossier X X X
1 werkgever 500 mandagen Bijzonder risico Anders
Kennnisgeving X    
V&G Coördinatoren X X  
V&G plan      
Dossier      

 

Auteur:
Adri Frijters - veiligheidskundig consultant bij A3-A

Datum: 17 april 2025
Auteur: Adri C.P. Frijters
© De Veiligheidskundige
Premium partners