In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is dit jaar de verplichting vastgelegd voor de periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van grote publieke gebouwen, waaronder voetbalstadions. In de Omgevingsregelgeving is deze verplichting verder uitgewerkt in een wijziging, die op 28 juli jl. ter internetconsultatie is gepubliceerd. De minister werkt op dit moment aan het definitief maken van deze wijziging en verwacht deze begin 2024 te publiceren in de Staatscourant.
Met deze verplichte periodieke beoordeling geeft hij aan invulling te geven aan de aanbevelingen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) in hun rapport over het instorten van het tribunedak van het AZ-stadion in 2019 deed.
Periodieke controle
Gebouweigenaren worden met deze nieuwe regelgeving verplicht om periodiek hun gebouw bouwtechnisch te laten beoordelen door een onafhankelijke deskundige aan de hand van een door het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) opgestelde Nederlands Technische Afspraak (NTA)5.Het rapport van de periodieke beoordeling moet naar de gemeente (bevoegd gezag) worden gestuurd, die op basis hiervan handhavend kan optreden. De eerste beoordeling van grote publieke gebouwen, waaronder grote voetbalstadions, moet voor 1 juli 2025 zijn uitgevoerd. De frequentie waarmee stadions moeten worden beoordeeld, wordt bepaald door de onafhankelijk deskundige binnen de kaders van de NTA. Het ligt in de rede dat daarbij voor stadions gekozen wordt voor de hoogste frequentie die volgt uit de NTA van 1 keer per 3 jaar.
Er werden ook kamervragen gesteld over de algemene veiligheid in stadions door kamerlid De Groot (VVD). En hoe die zich verhouden tot de constructieve veiligheid.
De Jonge antwoord daar als volgt op: 'Met de bovengenoemde wettelijke periodieke beoordeling en het aanpassen van het protocol door een landelijk expertiseteam bevorder ik een verbetering van de constructieve veiligheid van voetbalstadions. Ik hecht eraan te benadrukken dat de veiligheid in en om stadions breder is dan constructieve veiligheid. Gemeenten, gebouweigenaren, de politie, KNVB en de clubs hebben ieder een eigen maar ook gezamenlijke verantwoordelijkheid om de veiligheid in en rond stadions zo maximaal mogelijk te bevorderen.'
Lees ook:
de complete kamerbrief
of het OvV-rapport Verborgen gebreken? Lessen uit de instorting van het dak van het AZ-stadion
Bron: Rijksoverheid