(materiaalkunde, metallurgie)
Behandeling van ijzer(legeringen) en andere metalen, waardoor deze harder en slijtvaster worden. De meest gebruikelijke manier om ijzer te harden is het te verwarmen (vaak al nodig om het gemakkelijk te kunnen smeden en vormen) en het daarna snel af te koelen, in water, olie of gesmolten zout. De thermische processen hebben invloed op de microscopische structuur en daarmee op de eigenschappen en de bewerkbaarheid van het materiaal.
Ook koude vervorming van staal kan het materiaal brozer en harder maken. Als dit niet gewenst is, kan later het materiaal worden getemperd of zelfs ontlaten, waarbij de hardheid gedeeltelijk of geheel verdwijnt.
Zie temperen