(werktuigbouw)
Veelgebruikte aandrijftechniek voor machines, waarbij een vloeistof onder druk het medium is om energie over te brengen.
Een vloeistof wordt door een verdringingspomp onder druk gebracht, via kleppen en ventielen in de juiste banen geleid en gebruikt om hydromotoren (rotatie) en cilinders (lineair) te laten bewegen.
Bij een hydraulische krik of pers kan de vloeistof met een geringe kracht op een kleine commandoplunjer een zeer grote kracht op een grotere werkplunjer of zuiger overbrengen. Omdat vloeistof niet of nauwelijks samendrukbaar is, wordt in het gesloten systeem geen energie opgebouwd, in tegenstelling tot pneumatiek .
Veelgebruikte (deels) hydraulische werktuigen zijn heftrucks, graafmachines, laadschoppen, hoogwerkers en kranen. In die werktuigen wordt hydraulische olie gebruikt, vanwege de smerende en corrosiewerende eigenschappen. Er bestaan (enigszins) milieuvriendelijke hydraulische oliën.
Werkdrukken van 200 à 300 bar zijn geen uitzondering. Er worden daarom hoge eisen gesteld aan leidingen en slangen en veiligheidskritische cilinders (hoogwerkers, kranen!) worden veelal voorzien van slangbreukbeveiliging om te voorkomen dat bij een breuk een giek razendsnel neerkomt.