Kesslersyndroom

(ruimtevaart)

Het beangstigende verschijnsel dat op zeker moment de dichtheid van de in een lage baan rond de aarde draaiende objecten (satellieten en ruimteschroot) zó hoog is geworden dat botsingen een lawine-effect tot gevolg zullen hebben. Elke botsing zal daarbij leiden tot méér ruimteschroot, en ruimtevaart zal wellicht onmogelijk worden, net als het gebruik van satellieten. 

Het Kesslersyndroom dankt zijn naam aan de NASA wetenschapper Donald J. Kessler, die de situatie al in 1978 voorzag en beschreef. Destijds waren er 4000 objecten in een lage baan rond de aarde, tegenwoordig zweven er meer dan 30.000 fragmenten rond, groter dan 10 cm, circa 1 miljoen stukjes tussen 1 en 10 cm en meer dan 170 miljoen kleiner dan 1 cm.

Ruimtevaartorganisaties en belanghebbenden pleiten voor grootschalige opruimacties, bijvoorbeeld door actief 'vangen' van brokken met netten of grijpers aan ruimtevaartuigen, door vernietiging met krachtige lasers en door het terugbrengen van afgeschreven satellieten naar het aardoppervlak. Dat laatste gebeurt al, via gerichte 'landingen' in de Stille Oceaan. Ook worden niet meer werkzame geostationaire (communicatie)satellieten met hun laatste brandstof naar een zogenaamd 'satelliet-kerkhof' gerangeerd, een afgesproken plaats in de geostationaire baan, op 36.000 km boven de evenaar.

Het hebben van een plan voor het levenseinde van een satelliet zal steeds vaker deel uitmaken van een exploitatievergunning, en in 2023 is de eerste boete opgelegd aan een exploitant die er niet in slaagde zijn satelliet op te ruimen (Echostar-7, van communicatiebedrijf DISH; 150.000 euro van de Amerikaanse communicatiedienst).
Home
Cookies zijn essentieel voor een goede werking van deveiligheidskundige.nl. Door op oké te klikken geeft u toestemming voor het gebruik van cookies op deze website.