(AH, toxicologie)
Inadembaar (tot in de longblaasjes). Bijvoeglijk naamwoord. Vooral gebruikt als aanduiding bij gezondheidsschadelijke stoffen die door hun vorm verspreid kunnen zijn in de omgevingslucht en via de ademwegen in het lichaam terechtkomen.
Voorbeeld: respirabel kwartsstof. SiO2, siliciumdioxide in fijn verdeelde vorm. Bijvoorbeeld kankerverwekkend cristobaliet dat bij hak- en breekwerk of bij het mengen van beton vrij kan komen en kan worden ingeademd.
Vaste stoffen zijn vooral respirabel als ze vermalen of verpulverd zijn tot poeder met een korrelgrootte van 10 micrometer of minder.
Zie fijnstof.