
MVK Marieke van Kessel ruilt 'het ik' graag voor 'het wij'
HSE-officer Marieke van Kessel werkt vandaag thuis, maar ze is net zo betrokken als wanneer ze zich op een van haar werkplekken bevindt. Haar zachte g klinkt charmant en gemoedelijk, al heeft ze er ook de nadelen van mogen ervaren: de Limburgse taal geldt namelijk niet overal als aanbeveling. Bij haar werkgever Heras in Oirschot (NB) is het gelukkig geen enkel probleem. Marieke vertelt over Randstedelijke cursussen 'ABN' waar gediscrimineerde werkzoekenden 'uit de provincie' van hun natuurlijke tongval worden afgeholpen. Marieke vindt het schrijnend en het maakt haar boos. Haar verontwaardiging gaat verder dan dat: iedereen die op wát voor manier ook onredelijk wordt bejegend kan op haar ferme steun rekenen. Als veiligheidskundige spreekt ze ook niet over háár werkvloer maar over ónze werkvloer. Principieel is ze zeker.
Biografie
Marieke van Kessel (1965) werd geboren uit Brabantse ouders en groeide op nabij het Limburgse Heerlen. Haar ouders waren daar vanuit Waalre heen verhuisd omdat er in de mijnstreek werk te vinden was. De sluiting van de mijnen heeft er in de jaren '70 wonden geslagen die nog steeds niet zijn geheeld; zie vooral de vierdelige serie 'Als het stof daalt' die Winfried Baaijens begin 2025 presenteerde op NPO 2. Marieke groeide op in het katholieke land dat in de rest van Nederland vooral bekend is vanwege het carnaval. Onterecht, vindt ze; en zelfs de achtergrond van het carnaval kent men vaak niet. In Sittard deed ze haar mts-opleiding fijnmechanische techniek, wat haar werk bezorgde in achtereenvolgens de machinebouw, de voertuigtechniek en de telecombranche. Vele jaren hield ze zich bezig met de veiligheid en gezondheid van werknemers bij het plaatsen en onderhouden van gsm- en 3G-antennes. In 2007 verhuisde ze van Limburg naar haar 'tweede thuis' Brabant, waar ze nu woont en werkt, respectievelijk in Breda en in Oirschot, waar de hoofdvestiging van haar werkgever zich bevindt. In 2016 werd ze MVK (Arbode) en sinds drie jaar is ze één van de twee HSE-officers van Heras, bekend van de hekwerken, maar ook thuis in de moderne, technisch geavanceerde beveiligingssystemen die veel van de functies van het hek overnemen of aanvullen. Heras noemt het zelf 'perimeterbeveiliging' of 'perimeteroplossingen'.
Marieke, hoe ben je bij Heras terechtgekomen?
Marieke: 'Dat ging nagenoeg vanzelf. Ik werd gebeld en heb dus niet hoeven solliciteren. En het bevalt me uitstekend. Ik vind het prachtig om op locatie te mogen zijn, al betekent dat wel dat ik regelmatig om vijf uur 's ochtends de deur uit moet om op tijd in bijvoorbeeld onze vestiging in Zwolle of die in Heerhugowaard te zijn. Maar liever vroeg op en tijd voor koffie en een praatje dan stilstaan in de file. Mijn collega-veiligheidskunde houdt zich intussen vooral bezig met de eigen productie in Oirschot. We lassen, monteren en poedercoaten zelf, dus het is een flinke fabriek.'
Hoe zit het met de veiligheid bij Heras?
Marieke: 'Uitstekend: onze mensen hebben allemaal hun VCA, allemaal NEN 3140 en ze zijn voldoende opgeleid voor hun 'elektrische taken'. Uitvoerders, projectleiders en managers hebben VCA-VOL. We staan nu op trede drie op de veligheidsladder en werken natuurlijk toe naar trede vier.'
Wat zijn jouw speerpunten?
Marieke: 'Naast het hele sociale gebeuren, noem het maar de preventie van PSA, hebben we in ons werk graafschades als voortdurend aandachtspunt. We moeten bijna altijd de grond in om fundamenten te plaatsen of kabelsleuven te maken. Dat moet behoedzaam en zorgvuldig. We doen dat ook rond grote elektrische verdeelstations, hoogrisico-procesinstallaties en bijvoorbeeld penitentiaire inrichtingen. Daar wil je geen incidenten.'
Nederland ligt tjokvol kabels en er zijn honderden graafschades per dag. Ik stel me zo voor dat er heel wat palen de grond in moeten als je een hek rond een terrein zet. En elektrische schuifpoorten, slagbomen en sensoren moeten allemaal van kabels voorzien. Hoe zorg je dat jullie niet de oorzaak zijn?
Marieke: 'Veel zorgvuldige voorbereiding. KLIC-melding en bijna eindeloos proefsleuven graven. Al onze mensen hebben kabelzoekers aan boord, ze weten hoe je zoekt en op welke manier je een route loopt om er zo zeker mogelijk van te zijn dat je ze vindt. En met de hand proefsleuven graven. Dat is natuurlijk geen leuk werk, maar ik ben er trots op dat ze het toch doen. En dat ze luisteren naar hun eigen gevoel. Als ze het niet vertrouwen graven ze nog een extra proefsleuf. Dat vind ik hartstikke goed.'
Waar zitten de grootste verrassingen?
Marieke: 'Datakabels zijn het lastigst. Ze zijn kwetsbaar en lastig te herstellen. De diepte waarop ze liggen wisselt sterk, soms per gemeente. En die diepte staat meestal niet in de liggingsgegevens, al wordt daar wel naar gestreefd. Als het risico heel groot is of de ondergrondse infrastructuur erg kwetsbaar dan zetten we grondzuigers in. Sommige klanten stellen dat al als eis bij de aanbesteding. We zijn in Nederland heel erg gewend aan een goedwerkende infrastructuur en we zijn er ongelooflijk van afhankelijk. Dan is het extra lastig als het een keer uitvalt.'
Complimenteer je mensen voor hun zorgvuldige zoekwerk en hun betrokkenheid?
Marieke: 'Natuurlijk, als ik erbij ben. Dan zeg ik 'ik ben trots op je'. Maar meestal ben ik er niet bij en moet ik erop vertrouwen dat ze veilig en behoedzaam hun werk doen. Maar ook op afstand ben ik trots op ze als ze rekening houden met anderen en met de veiligheid. Ze staan daar wél, buiten, in weer en wind, voor ons. En ze doen eigenlijk veel meer aan veiligheid dan ze zelf beseffen. Ik heb het wel eens met ze over de LMRA*. Die doen ze vaker dan ze denken. Het veilig handelen zit overal in: als je een doos aan de kant schuift verklein je het struikelrisico voor een ander. Het opruimen verdient waardering; je mag dat best wat vaker benoemen.'
*Laatste Minuut Risico-Analyse, red.
Vind je dat belangrijk?
Marieke: 'Ja. Heel erg belangrijk. Spreek je waardering uit. Ook onderling. Een beetje plagen mag ook; dat zorgt voor een ontspannen sfeer. De kleine dingen zijn godsgruwelijk belangrijk. Het is toch prachtig als iemand de ander even herinnert aan de gehoorbescherming voordat hij herrie gaat maken. Dat de ander niet schrikt en dat er ook met zíjn gehoor rekening wordt gehouden? Ik denk dan: wauw, wat goed dat ze op elkaar letten. We willen allemaal gezellig en gezond samen naar huis en zij demonstreren dat. Als iemand zich ergens niet goed of niet veilig bij voelt dan moet die dat durven zeggen. Dat is super.'
Hoe uniek is dat? Streeft niet iedereen naar dat ideaal?
Marieke: 'Dat is ten goede veranderd. Er is nu veel meer aandacht voor gedrag en welzijn dan in de jaren negentig, toen dat helemaal ondergeschikt was aan het werk. Toen werd iets voorgeschreven; het moet zus en zo en niet anders. Nu leggen we uit waaróm en we luisteren naar elkaar. Ik zie daarin echt een gezonde kentering. Ik leg nu uit wat er achter de Arbowet zit, waarom we ook de handgereedschappen keuren en waarom je beter uit de zon kunt blijven en waarom je beter thee kunt drinken dan liters koude frisdrank.'
In toolboxmeetings?
Marieke: 'Ook, maar vooral tijdens het werk. Als ze ergens mee bezig zijn. Een verhaal over het uitzetten van je bloedvaten bij grote hitte doet het beter als het snoeiheet is. Aandacht voor werkkleding die wel moet beschermen, ook tegen de zon, en hoe katoen waar de wind een beetje onder komt comfortabeler is dan strakzittend nylon of polyester. En soms moet je het verhaal een paar keer herhalen. Werkkleding kan ook te warm zijn, vooral signaalkleding
Hebben jullie een kledingvoorschrift?
Marieke: 'Zeker. En comfortabele eigen bedrijfskleding. Maar we hebben ook te maken met voorgeschreven signaalkleding, model RWS retroflecterende kleding, of kleding met speciale vlamdovende of antistatische eigenschappen. Soms stelt een klant dat verplicht. We bouwen ook hekwerken, afrasteringen of poorten rond explosiegevaarlijke gebieden met heel veel dwingende voorschriften die we niet zelf hebben bedacht.'
Heb je wel eens een ernstig ongeval meegemaakt?
Marieke: 'Ja, twee keer zelfs, bij een vorige werkgever. Arbeidsinspectie erbij; eentje was dodelijk. Persoonlijk heb ik er nu geen last meer van, al ga je er wel anders door denken. En je weet wat het kan doen met mensen, zelfs met stoere kerels. Ook die hebben wat te verwerken, al laten ze dat niet graag zien. Soms moet je er even bij blijven, gewoon even een aai over de rug kan al helpen. Niks forceren. Later nog een keer terloops ernaar vragen als het zo te pas komt. Ook na een paar maanden.'
Hoort dat bij de taken van de veiligheidskundige?
Marieke: 'Voor mij wel. Dat is de aard van dit beestje. Je hoeft geen vertrouwenspersoon te zijn en het hoeft ook niet in je functiebeschrijving te staan. Doe gewoon wat je natuurlijk vindt. Meeleven hoort erbij. In elk geval voor mij.'
Ben je je bewust van die rol?
Marieke: 'Ja. Het hoort bij die kleine dingen die zo belangrijk zijn. Ik weet nog steeds hoe een vorige baas ooit naar mij reageerde toen mijn moeder was overleden en ik alweer enige tijd aan het werk was. Eerst vroeg hij hoe het was: nou, niet zo goed. Toen zei hij dat het alweer drie maanden geleden was en dat ik er wel een keer overheen moest zijn. Potverdorie! Wat voor hém drie maanden was voelde voor mij als gisteren. Ik ben er toen boos om geworden en eigenlijk ben ik dat nog steeds. Mijn gevoel mag er zijn en het moet aandacht hebben, net als dat van iedereen hier op de werkvloer. Ik kan niet zien wat er in een gezin leeft en of het thuis een beetje prettig gaat. Maar iemand die zich niet prettig voelt of niet goed in zijn vel zit is een risico, ook als de oorzaak elders ligt. Dus daar moet je wat mee.'
Er zijn mensen die zeggen dat de werkgever zich niet mag bemoeien met privéomstandigheden.
Marieke: 'Ik vind als mens dat ik er iets mee moet. Of niet, dat kan ook. En ik denk dat ik het ook kan aanvoelen wanneer ik ergens over moet zwijgen. Soms voel je dingen aan, dingen die niet goed zitten, waar iemand last van heeft, zonder het uit te spreken. Het kan heel bepalend zijn voor hoe iemand functioneert. Ik merk in gesprekken met collega-veiligheidskundigen dat er wel steeds meer aandacht voor is en dat vind ik goed. Tijdens corona is er ook veel gebeurd waar echte aandacht veel leed heeft voorkomen.'
Heb je een praktisch voorbeeld van dingen in je eigen werkkring?
Marieke: 'Zonder namen te noemen uiteraard: een bedrijf had besloten fruitschalen in de kantine te zetten. Dat fruit was altijd opvallend snel op en aan mij werd gevraagd om eens op te letten wie het meenam. Dat heb ik niet gedaan: het mag namelijk niet de vraag zijn wie er fruit meeneemt, maar waaróm het gebeurt. En het antwoord is dat er mensen zijn die zó krap bij kas zitten dat hun kinderen anders nooit een mandarijn of een banaan krijgen. En dat vind ik heel triest. Mijn werkgever kan zich best een paar appels extra veroorloven voor het goede doel.'
Zonder man en paard te benoemen: denk je dat het draagkrachtprobleem groeit?
Marieke: 'Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer stille armoede is dan we denken. We moeten er rekening mee houden dat er mensen zijn die zich zorgen maken of ze aan het eind van de maand nog iets te eten hebben, laat staan dat ze zich nieuwe kleding kunnen veroorloven. Voor wie goed oplet op lichaamstaal en gedrag zijn er heel veel signalen waarneembaar, niet alleen over armoede maar over van alles. Dingen waar je het met Jantje wel over kunt hebben en met Pietje niet. En met Jantje ook niet als Pietje erbij staat of andersom. Dat kun je niet leren op een cursus; je moet er aanleg voor hebben.'
Zijn er dingen die je dwarszitten? Heb je zorgen?
Marieke: 'Een beetje over hoe jongeren in hun vel steken. Ze lijken zo weinig echt samen te doen. Waar is het 'wij'? Het gaat vooral bij jonge mensen veel om het 'ik' en altijd op je mobieltje zitten kan ook niet goed zijn. Verveling lijkt niet meer te mogen bestaan, maar het helpt om met jezelf om te leren gaan. Ik ben nooit moeder geworden en ben daardoor misschien extra aan het moederen over anderen. Begrijp me niet verkeerd hoor, want ik ben niet eenzaam of zo. En er worden een hoop kinderen aan me toevertrouwd. En dat gaat prima; zelfs de meest onrustige kinderen vallen in mijn armen in slaap. Iedereen heeft recht op begrip en warmte. Daar worden de werkvloer én de wereld beter van.' (Er wordt aangebeld) 'Dat was de buurman. We gaan straks samen wandelen met zijn hond; ook heel gezond.'
VK-stokpaard
